33 330 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens)

Nr. 28 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN PAULUS JANSEN EN VOORTMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 24

Ontvangen 7 februari 2013

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, tweede punt, wordt na «wordt» ingevoegd: de zinsnede «en de overige bewoners van een woonruimte, met dien verstande dat van een overige bewoner» vervangen door «en dat van diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, voor zover deze dezelfde woonruimte bewonen, en met dien verstande dat van de echtgenoot, partner onderscheidenlijk levensgezel» en de zinsnede.

II

In artikel II, onderdeel A, eerste punt, wordt «en overige bewoners» vervangen door: en diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, voor zover deze dezelfde woonruimte bewonen.

Toelichting

Dit amendement regelt dat alleen het salaris van de hoofdhuurder en de inwonende partner meetellen voor een huurverhoging. Een huurder die zijn ouder(s) of werkende kinderen in huis heeft, moet daardoor niet worden geconfronteerd met een grote huurverhoging. Het is onwenselijk dat er nog extra rekeningen kunnen worden gestuurd omdat er meer mensen gebruikmaken van een kamer. Het is prima als deze inwonende ouder(s) of kinderen een bijdrage aan de huur betalen aan de hoofdhuurder, maar de Staat moet dat niet afromen omdat de corporatiewoning opeens als een hotel wordt beschouwd.

Paulus Jansen Voortman

Naar boven