33 322 Wijziging van de Meststoffenwet (invoering mestverwerkingsplicht)

H MOTIE VAN HET LID KOFFEMAN C.S.

Voorgesteld 10 december 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

overwegende, dat het kabinet voornemens is het stelsel van dierrechten op korte termijn te laten vervallen, onder de randvoorwaarde dat dit wel op een verantwoorde manier dient te gebeuren,

overwegende, dat verplichte mestverwerking als instrument op zichzelf voldoende effectief zou moeten zijn om de druk op de Nederlandse mestmarkt zodanig te verlichten dat dit positief bijdraagt aan de realisatie van de doelen van de Nitraatrichtlijn,

overwegende, dat de effectiviteit van verplichte mestverwerking nog onvoldoende in beeld is,

verzoekt de regering een uitgewerkte evaluatie van de vastgestelde effectiviteit van de verplichte mestverwerking aan de Kamer te zenden alvorens verdere besluiten genomen worden ten aanzien van veranderingen in het stelsel van dierrechten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koffeman

Vos

De Lange

Reuten

Slagter-Roukema

Thissen

Naar boven