33 322 Wijziging van de Meststoffenwet (invoering mestverwerkingsplicht)

Nr. 46 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DIJKGRAAF TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 45

Ontvangen 1 oktober 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt het tweede onderdeel als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt de zinsnede «zeven onderdelen» vervangen door «acht onderdelen».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ii door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • jj. Huisvestingssysteem: gedeelte van een dierenverblijf, waarin dieren van één diercategorie op dezelfde wijze worden gehouden.

II

In artikel I, onderdeel F, wordt artikel 33a, tweede lid, als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, subonderdeel 3°, wordt «, of» vervangen door een puntkomma.

2. Aan het einde van onderdeel c wordt de punt vervangen door: , of.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. op zijn bedrijf meststoffen produceert:

    • met dieren waarvan ten minste 90% behoort tot een diercategorie die bij algemene maatregel van bestuur kan worden aangewezen of is gehuisvest in een huisvestingssysteem dat bij die maatregel kan worden aangewezen, omdat hierbij overwegend meststoffen worden geproduceerd met een hoog gehalte aan organische stof in de vorm van stro; en

    • die voldoen aan regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen worden gesteld.

Toelichting:

In de geitenhouderij, vleesveehouderij en andere specifieke stalsystemen wordt met name vaste stromest geproduceerd. Deze stromest heeft een hoog gehalte organische stof en een laag fosfaatgehalte en is daarom goed bruikbaar in onder meer akkerbouw en fruitteelt voor bodemverbetering, zeker gelet op de problemen die er zijn rond bodemvruchtbaarheid. De indiener wil voorkomen dat deze gewilde meststof (verplicht) verwerkt en buiten de landbouw afgezet wordt of dat de betreffende bedrijven belast worden met een voor hen relatief dure overdracht van de verwerkingsplicht. De indiener heeft ervoor gekozen om de vrijstelling te baseren op via algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diercategorieën en huisvestingssystemen. In de geitenhouderij worden de stallen in het gros van de gevallen ingestrooid met stro. Deze sector zou in zijn geheel vrijgesteld moeten worden van de verwerkingsplicht. In de vleesveehouderij wordt in veel, maar niet in alle gevallen gewerkt met stro. Hier kunnen potstallen of andere huisvestingssystemen waarbij de stal vrijwel geheel ingestrooid wordt met stro, vrijgesteld worden van de verwerkingsplicht. Dit is ook mogelijk voor andere diercategorieën. Via de algemene maatregel van bestuur kan de regering de hand aan de kraan houden en kunnen nadere eisen gesteld worden met betrekking tot registratie en bewijslast.

Dijkgraaf

Naar boven