33 322 Wijziging van de Meststoffenwet (invoering mestverwerkingsplicht)

Nr. 22 AMENDEMENT VAN HET LID SMALING

Ontvangen 24 september 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel F, wordt artikel 33a, tweede lid, als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, subonderdeel 3°, wordt «, of» vervangen door een puntkomma.

2. Aan het einde van onderdeel c wordt de punt vervangen door «, of».

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. het op zijn bedrijf geproduceerde bedrijfsoverschot geheel en rechtstreeks overdraagt of laat overdragen aan een hemelsbreed hoogstens twintig kilometer van de productielocatie verwijderd liggende locatie van bedrijven indien de overgedragen dierlijke meststoffen onverwijld door de desbetreffende landbouwer worden aangewend.

Toelichting

De indiener is van oordeel dat veehouders die al de op hun bedrijf geproduceerde mest regionaal kunnen afzetten, niet dienen te worden verplicht die mest te laten verwerken. Een dergelijke verplichting remt regionale afzet en kringlopen af, en het doet het aantal vervoersbewegingen, inclusief administratieve lasten, toenemen. Onnodige vervoersbewegingen en administratieve lasten moeten voorkomen worden. Dit amendement beoogt daarom veehouders die op hun bedrijf geproduceerde mest in een straal van 20 kilometer weten af te zetten te ontzien van de verplichte mestverwerking. Eerder werd een motie met gelijksoortige strekking door de Kamer aangenomen (Kamerstukken II, 2010–11, 33 037, nr. 7.

Smaling

Naar boven