De leden van de fractie van de PvdA danken de regering voor de antwoorden op hun vragen
betreffen het voornemen om enkele socialezekerheidswetten te wijzigen in verband met vereenvoudiging van de uitvoering van
deze wetten door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Eén vraag is evenwel niet naar
tevredenheid van de leden van de fractie van de PvdA beantwoord. De leden hebben gevraagd
om een actualisatie van de inkomenseffecten in tabel 1 van de memorie van toelichting
waarbij de effecten van de voorgenomen maatregelen betreffende de kindregelingen in
acht genomen zijn.
De leden van de fractie van de PvdA vragen, mede namens de leden van de fracties van
de SP, de ChristenUnie en de OSF, de regering of een kwalitatieve inschatting gemaakt
kan worden van de inkomenseffecten ten gevolgen van de hervorming kindregelingen in
relatie tot de inkomenseffecten van de aanpassing van de halfwezenuitkering in het
voorliggende wetsvoorstel.
Hoewel exacte cijfers niet gegeven kunnen worden (deze zijn namelijk afhankelijk van
de precieze uitwerking), kan wel een globale inschatting gegeven worden. Dit onder
het voorbehoud dat er geen grotere wijzigingen in het voorstel tot hervorming van
de kindregelingen zullen zijn.
De hervorming kindregelingen omvat een divers pakket aan maatregelen die verschillend
uit kunnen pakken voor huishoudens in verschillende situaties. In het regeerakkoord
«Bruggen slaan» is op pagina 65 een overzicht van deze maatregelen gegeven. De meest
generieke van deze maatregelen zijn de versobering van de kinderbijslag en de verhoging
van de kindbedragen gecombineerd met verlaging van de afbouwgrens in het kindgebonden
budget. Per saldo betekenen deze maatregelen een bezuiniging, waarbij lage inkomens
relatief ontzien worden.
Werkende paren met een minimumlooninkomen ondervinden het grootste inkomenseffect
als gevolg van de aanpassing van de halfwezenuitkering in het voorliggende wetsvoorstel.
Juist deze paren zullen in meerderheid een voordeel ondervinden van de hervorming
kindregelingen door de verhoging van de kindbedragen in het kindgebonden budget. Tegelijk
kunnen er situaties zijn waar het negatieve effect van de versobering van de kinderbijslag
overweegt (namelijk bij grote gezinnen met veel oudere kinderen).
Een voornaam onderdeel van de hervorming kindregelingen is verder de aanpassing van
de regelingen voor alleenstaande ouders. Deze aanpassing zal in het algemeen gunstig
uitpakken voor werkende alleenstaande ouders met lage tot middeninkomen. Niet-werkende
alleenstaande ouders met een sociaal-minimumuitkering ondervinden een nadeel, afhankelijk
van de precieze uitwerking. De regering merkt hierbij op dat juist deze alleenstaande
ouders geen nadelig inkomenseffect ondervinden als gevolg van de aanpassing van de
halfwezenuitkering in het voorliggende wetsvoorstel.
Tenslotte zijn er nog verdere maatregelen in de hervorming kindregelingen, die echter
niet specifiek de groepen die een halfwezenuitkering ontvangen meer of minder raken
(maatregelen in ouderschapsverlofkorting, aftrek levensonderhoud kinderen etc.).
Alles in ogenschouw nemend, meent de regering dat de combinatie van enerzijds de aanpassing
van de halfwezenuitkering en anderzijds de hervorming van de kindregelingen geen onevenredig
groot nadeel betekent voor de huishoudens die momenteel een halfwezenuitkering ontvangen.
Later dit jaar zal het wetsvoorstel met betrekking tot de hervorming van de kindregelingen
ingediend worden. In de toelichting bij het wetsvoorstel zal een overzicht worden
gegeven van de inkomenseffecten van de voorgestelde maatregelen. De regering zegt
toe dat zij bij de gelegenheid van het indienen van dit wetsvoorstel uw Kamer door
middel van een separate brief zal informeren over het gecombineerde effect van de
hervorming van de kindregelingen en de nu voorliggende aanpassing van de halfwezenuitkering.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma