33 297 Intrekking van de Wet overleg minderhedenbeleid in verband met de herijking van de overlegvorm over het integratiebeleid

C NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 4 juni 2013

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende nadere opmerkingen en het stellen van de volgende nadere vragen.

Inleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden van de regering op hun vragen over de vorm van de flexibele dialoog. Zij hebben hierover nog enkele nadere vragen en opmerkingen.

De regering maakt in haar beantwoording duidelijk dat het Landelijk Overleg Minderhedenbeleid (Lom) steeds goed heeft gefunctioneerd, zowel qua inhoud en resultaat, als op het gebied van representativiteit, zo constateren de leden van de fractie van GroenLinks. Zij vinden het des te opmerkelijker dat dit kabinet niettemin toch een eind aan het overleg wil maken, enkel en alleen met de motivatie dat de toekomst in plaats van de achtergrond centraal staat.

Vormgeving dialoog

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat ook een flexibele dialoog moet streven naar representativiteit van de deelnemers voor de groepen of culturen die zij zeggen te vertegenwoordigen. De werking van de dialoog dient voorts voor alle betrokkenen transparant te zijn. Ook achten zij het waardevol als in een flexibele dialoog niet telkens het wiel wordt uitgevonden, maar van de ervaring en kennis van stakeholders kan worden geprofiteerd. Waarom wil de regering zich niet uitspreken over de wenselijkheid om deze criteria, die al sinds jaar en dag aanvaard worden, aan de flexibele dialoog mee te geven, zo vragen deze leden. De regering zegt geen structuur te willen om aan te sluiten bij bewegingen in de samenleving. Betekent dit dat het een dialoog betreft die uitsluitend op initiatief van de overheid wordt gevoerd? Een dialoog moet toch van meer kanten kunnen komen! Hoe kan de flexibele dialoog zo worden ingezet dat organisaties en groepen die een kwestie aanhangig willen maken, duidelijkheid krijgen over hoe en waar zij dit kunnen doen?

Zoals opgemerkt, vinden de leden van de fractie van GroenLinks het opmerkelijk dat de regering een einde wil maken aan het goed functionerende Lom. Tegelijkertijd constateren zij dat ondanks dat de transformatie naar een meer flexibele dialoog reeds in 2011 is aangekondigd, de regering nog geen duidelijk inzicht kan verschaffen in de wijze waarop deze dialoog wordt ingevuld. Kan de regering nader uiteenzetten aan welke concrete vormen van overleg of samenwerking, naast een jaarlijks breed overleg, wordt gewerkt ter vervanging van het Lom? Voorts valt het de leden van GroenLinks op dat de regering vooral denkt vanuit de behoefte van het ministerie (toegang tot sleutelfiguren), en nauwelijks vanuit het perspectief van minderhedenorganisaties, die bijvoorbeeld signalen willen doorgeven of feed back willen leveren op bepaalde ontwikkelingen of beleid. Op welke wijze wordt voorzien in de toegang voor Lom-organisaties en andere organisaties en groepen, om naast het jaarlijks te organiseren overleg, een dialoog aan te gaan met de regering?

De leden van de commissie zien de beantwoording met belangstelling tegemoet. Zij ontvangen de reactie bij voorkeur binnen vier weken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sylvester

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Putters (PvdA), Terpstra (CDA), Sylvester (PvdA) (voorzitter), Thissen (GL), Witteveen (PvdA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Van Dijk (PVV) (vicevoorzitter), Sörensen (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Beckers (VVD), Swagerman (VVD), Kok (PVV)

Naar boven