33 293 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening

K BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2016

Tijdens het plenair debat over het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening (33 293) op 12 november 2013 heeft de toenmalige Staatssecretaris van VenJ de volgende toezegging gedaan:

na twee jaar uw Kamer informeren hoe het beleid in de praktijk uitpakt inzake het intrekken van de afgeleide asielvergunning (de nareisvergunning) van gezinsleden van een statushouder als de gezinsband is verbroken.

In artikel 32, eerste lid, onder e van de Vreemdelingenwet 2000 en Artikel 3.106 van het Vreemdelingenbesluit 2000 is bepaald dat de afgeleide asielvergunning, verstrekt aan een nareizend gezinslid, kan worden ingetrokken indien dat gezinslid niet of niet langer een werkelijk huwelijks- of gezinsleven onderhoudt met de vreemdeling.

In de Vreemdelingencirculaire (C2/10.6 Vc) is nader beschreven in welke situaties de IND de huwelijks- of gezinsband als verbroken beschouwt. Hierbij is aansluiting gezocht bij het reguliere beleid voor gezinshereniging. Zoals aangegeven tijdens dit debat, zal deze intrekkingsgrond bij minderjarige of meerderjarige kinderen toepasbaar zijn tot één jaar na de datum van afgifte van de afgeleide asielvergunning. Kinderen hebben na één jaar de mogelijkheid om een zelfstandige vergunning aan te vragen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de afgeleide asielvergunning kan worden ingetrokken als het kind zelfstandig wordt en in zijn eigen onderhoud voorziet. Het enkele feit dat een kind zelfstandig gaat wonen, bijvoorbeeld om te studeren, is nog niet voldoende om te besluiten dat de gezinsband is verbroken.

In 2015 zijn circa 30 afgeleide asielvergunningen ingetrokken als gevolg van het verbreken van de gezinsband. In 2016 (tot medio augustus) gaat het om circa 20 vergunningen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven