33 290 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de levensverwachting van de pensioenleeftijd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd)

K MOTIE VAN HET LID NOTEN C.S.

Voorgesteld 10 juli 2012

De Kamer

overwegend, dat het wetsvoorstel Verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd een doorwerking heeft in een veelheid van wet- en regelgeving,

overwegend, dat het wetsvoorstel tal van betrokken uitvoeringsorganisaties, waaronder pensioenuitvoerders, pensioenfondsen, sociale partners en verzekeraars, voor omvangrijke invoeringsvraagstukken plaatst,

overwegend, dat het wetsvoorstel een aantal toekomstige AOW-ers voor een financiële overgangsproblematiek plaatst die men redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien,

overwegend, dat een dergelijk wetsvoorstel een zorgvuldige behandeling verdient,

overwegend, dat een zorgvuldige toetsing op uitvoerbaarheid en consistentie met overige wetgeving gewenst is,

spreekt uit, dat de korte tijd die beschikbaar was voor behandeling onwenselijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Noten

Thissen

Elzinga

Linthorst

De Lange

Nagel

Vlietstra

Postema

Naar boven