33 279 Internationale militaire samenwerking

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2022

Zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken van 8 december jl., informeer ik uw Kamer hierbij over de laatste stand van zaken ten aanzien van de EU Military Partnership Mission Niger.

EDEO heeft, na consultaties met Niger, voorgesteld om een EU Military Partnerschip Mission (EUMPM) op te richten. Het doel van de missie is om Niger te ondersteunen bij het verbeteren en uitbreiden van de militaire capaciteiten van de Nigerese krijgsmacht. EUMPM zal zich richten op training, opleiding en ondersteuning op infrastructureel en logistiek vlak. De missie steunt zo – ook in combinatie met aanvullende steunmaatregelen in het kader van de Europese Vredesfaciliteit – Niger in het beschermen van zijn bevolking tegen terroristische dreigingen. De EU heeft belang bij meer veiligheid en stabiliteit in Niger en de Sahel, en deze missie kan daaraan een bijdrage leveren.

Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 8 november jl. heeft Nederland samen met de andere EU-lidstaten steun uitgesproken voor deze missie, waarbij het vraaggestuurde, flexibele en kleinschalige karakter van deze missie werd verwelkomd. Uw Kamer is hierover via het verslag RBZ Defensie van 15 november jl. geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-28, nr. 249), evenals over het voornemen het Raadsbesluit om deze missie op te richten aan te nemen tijdens de RBZ van 12 december. In de Kamerbrief «Nederlandse Veiligheidsinzet in de Sahel en West-Afrikaanse kuststaten post-2022» (Brief d.d. 25 november 2022) is uw Kamer tevens geïnformeerd over het voornemen van de EU om een missie in Niger op te richten en over de Nederlandse positie hieromtrent. Tijdens de RBZ van 12 december is geen inhoudelijke bespreking meer voorzien, en staat het onderwerp uitsluitend als hamerstuk (A-punt) op de agenda.

Over een eventuele bijdrage van Nederland moet nog worden besloten. Vanzelfsprekend zal de Tweede Kamer hier tijdig over worden geïnformeerd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

Naar boven