Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel R, wordt «Artikel G 5, tweede lid» vervangen door «Artikel G 5,
eerste lid» en wordt de aanduiding «2.» vervangen door de aanduiding «1.».
B
In artikel I, onderdeel CP, wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
C
In het in artikel I, onderdeel DB, opgenomen artikel Q 6, vijfde lid, vervalt de eerste
zin.
D
Artikel III vervalt.
E
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVA
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
1. In de bijlage Regeling rechtstreeks beroep, onder Kieswet, onderdeel a, wordt «D 3,
achtste lid» vervangen door: D 3b, vierde lid.
2. In de bijlage Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, artikel 2, onder Kieswet,
onderdeel a, wordt «D 3, achtste lid» vervangen door: D 3b, vierde lid.
TOELICHTING
Onderdeel B
Door deze van nota van wijziging kunnen nadere regels worden gedelegeerd naar het
niveau van een ministeriële regeling. Dat is met name van belang voor die regels die
zich door hun aard minder goed voor regeling bij algemene maatregel van bestuur lenen.
Inzake programmatuur kunnen regels namelijk een gedetailleerd karakter hebben die
regelmatig moeten worden aangepast. Daarbij is te voorzien dat zij mogelijk met spoed
moeten worden aangepast, namelijk als vlak voor een verkiezing de noodzaak daarvan
zou blijken. Daarom is het wenselijk dat die regels op het niveau van een ministeriële
regeling kunnen worden vastgesteld.
Onderdeel A en C tot en met E
Deze onderdelen herstellen een technische omissie die is ontstaan vanwege de samenloop
met de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Stb. 2012, nr. 682). Door die wet is artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet vervallen, waarbij het
tweede en derde lid zijn vernummerd tot eerste en tweede lid. Met die wijziging is
geen rekening gehouden in artikel I, onderdeel R, van dit wetsvoorstel, en ook niet
opgenomen in artikel III, die de samenloop met de Wet aanpassing bestuursprocesrecht
regelt. Deze omissie wordt in onderdeel A hersteld.
Nu de samenloopbepaling van artikel III niet meer van toepassing is, omdat de Wet
aanpassing bestuursprocesrecht inmiddels tot wet is verheven en in werking is getreden,
kan deze vervallen. Dat wordt geregeld door onderdeel D.
De wijzigingen die door deze samenloopbepaling tot stand moesten worden gebracht,
zijn opgenomen in het wetsvoorstel zelf, middels de onderdelen C en E.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk