33 261 Aanbeveling voor een lid van de Algemene Rekenkamer

Nr. 3 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2012

In verband met het opmaken van een voordracht van drie kandidaten ter vervulling van een vacature in het college van de Algemene Rekenkamer door het vertrek van de heer drs. G. de Jong met ingang van 1 december 2012, kan de commissie voor de Rijksuitgaven aan de Kamer het volgende melden.

Een daartoe door de commissie ingestelde subcommissie, bestaande uit de voorzitter en vijf leden, heeft gesprekken gevoerd met zes personen die voorkomen op de aanbevelingslijst van het college van de Algemene Rekenkamer, toegezonden per brief van 26 oktober 2012 (Kamerstuk 33 261, nr. 2).

De leden van de subcommissie hebben, voorafgaand aan het voeren van gesprekken met personen die voorkomen op de aanbevelingslijst, een gesprek gevoerd met de president en de secretaris van de Algemene Rekenkamer, waarbij de leden een toelichting op de aanbevelingslijst hebben ontvangen.

Met de zes personen is gesproken over vele onderwerpen die direct en indirect raken aan de taken en bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer, nu en in de toekomst. Bovendien is acht geslagen op tevoren opgestelde criteria, waaronder ervaring met het openbaar bestuur en het omgaan met het politieke krachtenveld, inzicht in politiek-bestuurlijke verhoudingen, internationale ervaring, visie op informatie- en kennismanagement, affiniteit met innovatieve onderzoek- en communicatiemethoden, ervaring met onderzoek en met het aansturen van een grotere ambtelijke organisatie, alsmede persoonlijke kwaliteiten betreffende het werken in teamverband, communicatieve aspecten en een onafhankelijke en gezagvolle opstelling.

De bevindingen van de subcommissie zijn vervolgens besproken in een procedurevergadering van de commissie voor de Rijksuitgaven op 22 november 2012. De commissie heeft unaniem besloten aan de Kamer de volgende voordracht voor te stellen, ter voorlegging aan de regering, met het doel dat de eerste op de voordracht geplaatste persoon bij Koninklijk Besluit wordt benoemd tot lid van het college van de Algemene Rekenkamer.

  • 1. drs. A.P. Visser

  • 2. drs. G.H.O. van Maanen

  • 3. prof. dr. R.J. van der Veen

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Harbers

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen

Naar boven