33 245 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2012)

D MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 12 oktober 2012

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP en is verheugd dat deze leden erkentelijk zijn voor het tijdig indienen van dit wetsvoorstel ten behoeve van een spreiding van fiscale wetgeving.

Belastingvrijstelling kostenbijdrage voor pleegouders

De leden van de fractie van de SP vragen de horizonbepaling die is opgenomen bij de belastingvrijstelling voor pleegvergoedingen te laten vervallen en een eventueel inkomenselement van deze pleegvergoedingen weg te nemen door aanpassing van die vergoedingen. Onder pleegvergoedingen wordt in dit verband verstaan de subsidies die voor de opvoeding en verzorging van de in het gezin van de pleegouder geplaatste kinderen aan pleegouders worden verstrekt. Voor de horizonbepaling is gekozen om te toetsen of met de maatregel het daarmee beoogde doel wordt verwezenlijkt. Met name bij een groot aantal pleegkinderen en dito aantal vergoedingen, kan in individuele gevallen door de kosten van de pleegzorg tot een minimum te beperken, in theorie een voordeel ontstaan van een omvang die dusdanig is dat belastingheffing daarover in de rede ligt. Er zijn echter geen aanwijzingen dat zich op dit moment gevallen voordoen waarbij door pleegouders wordt getracht een voordeel te behalen met de pleegvergoedingen. Onduidelijk is echter in welke mate de mogelijkheid van belastingheffing over die vergoedingen zoals die nu bestaat daaraan bijdraagt. De horizonbepaling is opgenomen om in de periode tot 2018 te bezien of het in alle gevallen vrijstellen van de pleegvergoedingen geen aanzuigende werking heeft vanwege de (theoretische) mogelijkheid om voordeel te behalen met de pleegvergoedingen. Indien uit de aangekondigde evaluatie blijkt dat van een aanzuigende werking geen sprake is, zal de horizonbepaling vervallen en wordt de vrijstelling structureel. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal de evaluatie tijdig afronden zodat eventuele onzekerheid van pleegouders op dit gebied ruim voor het eventueel vervallen van de vrijstelling zal worden weggenomen.

Bovendien is het zo dat het bedrag van de pleegvergoedingen waar recht op bestaat, zo veel mogelijk aansluit bij de hoogte van de kosten die hier gemiddeld tegenover staan. Dit laat echter onverlet dat individuele pleegouders meer of minder kosten ten behoeve van hun pleegkinderen maken. De hoogte van de pleegvergoeding wordt echter niet per individu vastgesteld. Het uitsluiten van een eventueel voordeel in individuele gevallen, kan dus slechts worden bereikt door deze generieke bedragen dusdanig laag vast te stellen dat ieder mogelijk voordeel is uitgesloten. In dat geval zou een belastingvrijstelling echter ook niet langer noodzakelijk zijn. Bovendien zou dit ten koste gaan van pleegouders die meer dan dit absolute minimumbedrag aan hun pleegkinderen besteden.

Vrijstelling erfbelasting «steunstichtingen SBBI»

De leden van de fractie van de SP vragen hoe de vrijstelling van erfbelasting voor de steunstichtingen SBBI zich verhoudt tot het feit dat een stichting maximaal één kalenderjaar aangemerkt kan worden als een steunstichting SBBI. In dit kader lijkt het erop dat het testament en de overlijdensdatum een strak plan moeten volgen, aldus deze leden. De steunstichting SBBI vindt haar oorsprong in het amendement van de leden Omtzigt en Neppérus1. Gezien de beperkte budgettaire ruimte voor het amendement van € 7 miljoen is aan de kwalificatie van steunstichting SBBI onder meer de voorwaarde gesteld dat een stichting slechts één kalenderjaar lang als steunstichting SBBI kan kwalificeren. Tijdens de behandeling van de Geefwet in de Eerste Kamer heb ik in de richting van de heer Essers toegezegd dat ik in aanvulling op genoemd amendement een vrijstelling van schenkbelasting zou opnemen voor schenkingen verkregen door een steunstichting SBBI. In het onderhavige wetsvoorstel wordt gevolg gegeven aan deze toezegging. Hoewel de verwachting is dat een steunstichting SBBI voornamelijk schenkingen zal krijgen en slechts sporadisch een legaat, is in dit wetsvoorstel eveneens een vrijstelling van erfbelasting opgenomen voor verkrijgingen door een steunstichting SBBI, omdat er geen reden is om bij deze vrijstelling een onderscheid te maken tussen de beide belastingen.

De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers


X Noot
1

Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 15.

Naar boven