33 240 IXB Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën 2011

D NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 22 november 2012

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP.

De leden van de fractie van de SP hebben de tabel uit de memorie van antwoord als volgt samengevat:

Winst en belastbare winst, Nederlandse banken 2000–2009

 in € miljard

2000–2007

2008–2009

1. Winst vóór deelnemingsvrijstelling en verliesverrekening

118,5

-0,1

2. Deelnemingsvrijstelling

-93,3

-10,8

3. Verliesverrekening

-5,0

-0,6

4. Resultaat vóór belasting [1+2+3]=[5+6]

20,2

-11,5

5. w.v. per saldo verlies

-6,9

-15,7

6. w.v. per saldo belastbare winst

27,0

4,2

7. Vennootschapsbelasting (bruto) [over 6]

8,9

1,1

De leden van de fractie van de SP vragen of het correct is dat de verliezen uit regel 5 andere rechtspersonen betreft dan die uit regel 6.

Voor ieder jaar afzonderlijk is het correct dat de ondernemingen die verlies lijden (regel 5) andere ondernemingen betreffen dan de ondernemingen met winst (regel 6). Als een aantal jaren wordt samengenomen, dan zijn er uiteraard ondernemingen die gedurende deze periode zowel deel uitmaken van de groep met verlies (regel 5) als de groep met winst (regel 6).

De leden van de fractie van de SP vragen naar een verklaring voor de verliezen en de verliesverrekening in de periode 2000–2007, voorafgaand aan de crisis. Zij merken hierbij op dat de verliesverrekening niet geheel verklaard lijkt te kunnen worden door een achterwaartse verrekening van de verliezen over 2008 en 2009.1 Voorts vragen zij of er mogelijk een samenhang met de deelnemingsvrijstelling is en of er ook een dergelijke samenhang met de verliezen is.

Zoals deze leden terecht aangeven, bedraagt voor de banken het totale bedrag van de verliezen in de periode 2000–2007 circa 26% van de totale winsten. Dat is niet uitzonderlijk. Jaarlijks lijdt tussen 40% en 50% van alle Vpb-plichtige ondernemingen (fiscaal) verlies. Voor alle ondernemingen samen is het totale jaarlijkse bedrag van de verliezen circa 40% van de totale winsten. Het percentage van 26 bij de banken is dus nog relatief laag.

Voor de hele periode 2000–2007 bestaat het bedrag aan verliesverrekening voor iets meer dan de helft uit voorwaartse en voor iets minder dan de helft uit achterwaartse verliesverrekening. Een samenhang van de bedragen aan verliesverrekening met de deelnemingsvrijstelling lijkt niet aanwezig. Wel is er een verband met geleden verliezen. Verliezen uit voorgaande jaren worden verrekend via de voorwaartse verliesverrekening en verliezen uit latere jaren via achterwaartse verliesverrekening. Afgezien van verliezen die verdampen zullen over langere periode de verrekende verliezen dan ook ongeveer overeenkomen met de geleden verliezen.

Tot slot vragen de leden van de fractie van de SP naar een toelichting op de incidentele, relatief hoge, deelnemingsvrijstelling van € 48 miljard in 2001.

Het hoge bedrag deelnemingsvrijstelling over 2001 betreft onder andere verkoopwinsten.

De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers


X Noot
1

Die uit 2008 gaat maximaal terug tot en met 2007 en die uit 2009 gaat (gelimiteerd) terug tot en met maximaal 2006. De som verliesverrekening 2000 t/m 2005 is € 3,6 mld.

Naar boven