33 240 IXB Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën 2011

B MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 2 november 2012

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP.

Verliesverrekening

De leden van de fractie van de SP vragen of het kabinet verliesverrekening in het algemeen ziet als een beperking van het ondernemingsrisico. Verliesverrekening dient niet het beleidsmatige doel van het beperken van het ondernemingsrisico. Verliesverrekening is inherent aan de fiscale systematiek en vloeit voort uit het totaalwinstbegrip. De totaalwinst is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die worden verkregen uit een onderneming gedurende het bestaan van die onderneming. De totaalwinst wordt aan de hand van het jaarwinstbegrip toegerekend aan afzonderlijke jaren. De totaalwinst is dus de som van jaarwinsten en jaarverliezen die gedurende de bestaansperiode van de onderneming zijn gerealiseerd. Hier past bij dat in enig jaar geleden verliezen in beginsel moeten kunnen worden verrekend met winsten behaald in een ander jaar.

Vennootschapsbelasting banken

De leden van de fractie van de SP vragen, over de jaren 2000–2011, de volgende informatie over het totaal van de sector banken die onder de Nederlandse vennootschapsbelasting (Vpb) vallen: de winst vóór belasting, de verliesverrekening, de fiscale afschrijvingen, de deelnemingsvrijstelling, de heffing vennootschapsbelasting en het Vpb-tarief in het betreffende jaar. In de onderstaande tabel zijn de gevraagde gegevens voor de banken af te lezen. De eerste regel bevat de winst vóór belasting en vóór verliesverrekening. De volgende twee regels bevatten de afschrijvingen en de deelnemingsvrijstelling die (als aftrekpost) deel uitmaken van de winst. De volgende regel bevat het bedrag aan verliesverrekening, zowel voorwaartse als achterwaartse. Nadat verliezen zijn verrekend, resulteert de winst vóór belastingen. Deze is te verdelen in positieve en negatieve winst. Alleen positieve winst resulteert in het betreffende jaar in (bruto) Vpb-opbrengst. Verliezen worden eventueel in eerdere of latere jaren verrekend met winsten in die jaren. Op de bruto Vpb-opbrengst zoals die volgt uit de winst vóór belasting en de tariefstructuur, komen de aftrek elders belast en voorheffingen (dividendbelasting) in mindering. Het saldo daarvan is de netto Vpb-opbrengst. Ten slotte zijn in de tabel het hoge en lage Vpb-tarief per jaar weergegeven. In 2007 was er bovendien een middentarief van 23,5% voor winsten tussen € 25 000 en € 60 000. Bij de cijfers moet worden aangetekend dat het hier gaat om Vpb-opbrengst naar belastingjaar (ofwel Vpb-opbrengst op transactiebasis). Deze kan soms substantieel afwijken van de Vpb-opbrengst op kasbasis zoals die – als totaal over alle sectoren – in de Miljoenennota wordt gepresenteerd. De gegevens over 2010 en 2011 zijn niet opgenomen. Deze gegevens zijn nog dusdanig onvolledig dat ze een incompleet beeld geven.

Tabel 1: aspecten van afgedragen vennootschapsbelasting door banken, 2000–2011 (in € mld, tenzij anders aangegeven)

	2000	2001	2002	2003	2004	2005	2006	2007	2008	2009[1]
Winst voor verliesverrekening	2,8	2,1	0,8	4,3	4,1	2,9	4,4	3,8	-4,3	-6,6
Wv afschr. (-)	-0,6	-0,6	-1,0	-0,7	-1,1	-1,0	-2,0	-2,5	-2,3	-1,3
Wv deeln.vr.(-)	-9,6	-47,8	-3,7	-4,7	-4,8	-4,2	-9,2	-9,3	-8,6	-2,2
Verliesverr. (-)	-0,5	-0,3	-0,6	-1,1	-0,3	-0,8	-0,9	-0,5	-0,3	-0,3
Winst voor bel.	2,3	1,7	0,2	3,1	3,8	2,1	3,5	3,3	-4,6	-6,9
Wv winst[2]	2,5	2,9	1,9	3,8	4,3	3,4	3,9	4,3	2,4	1,8
Wv verlies[3]	-0,2	-1,1	-1,7	-0,7	-0,5	-1,2	-0,5	-1,0	-6,9	-8,8
Vpb bruto	0,9	1,0	0,7	1,4	1,5	1,1	1,2	1,1	0,6	0,5
Vpb netto	0,6	0,5	0,3	0,5	0,9	0,4	0,7	0,9	0,3	0,3
Tarief hoog (%)	35	35	34,5	34,5	34,5	31,5	29,6	25,5	25,5	25,5
Tarief laag (%)	30	30	29	29	29	27	25,5	20	20	20

Bron: Aangifte- en aanslagbestanden Belastingdienst.

1 NB De gegevens over 2009 zijn nog niet 100% volledig.

2 Dit is het totaalbedrag van de winst van banken met een positieve winst voor belastingheffing.

3 Dit is het totaalbedrag van het verlies van banken met een negatieve winst voor belastingheffing.

De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers