Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 25 april 2012 bij de nota van wijziging
(Kamerstuk 33 236, nr. 8), aangeboden aan de Koningin door de minister van Financiën.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 3 april 2012, nr. 12.000794,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
de bovenvermelde nota van wijziging rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 25 april 2012, nr. W06.12.0102/III, bied ik U hierbij aan1.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State (van het Koninkrijk)
geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Met de redactionele kanttekening
van de Afdeling is rekening gehouden.
Na ontvangst van het advies van de Afdeling zijn twee toevoegingen gedaan aan de nota,
waarmee enerzijds reeds bij de markttoegang van een premiepensioeninstelling kan worden
getoetst of wordt voldaan aan de gestelde solvabiliteitsvereisten, en anderzijds de
grondslag voor toezicht op gedragsaspecten van de bedrijfsvoering van een premiepensioeninstelling
wordt verplaatst van artikel 4:15 naar artikel 4:14 van de Wet op het financieel toezicht.
Tevens is een aanpassing gedaan in de voorgestelde wijziging van artikel 4:71a. Het
vierde lid (nieuw) ziet na deze aanpassing niet langer uitsluitend op het vermogen
van de premiepensioeninstelling maar op het vermogen van de entiteit die de juridische
eigendom houdt van het pensioenvermogen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de regeling
van artikel 4:71a tevens geldt ingeval wordt gekozen voor een structuur met een pensioenbewaarder.
Ik moge U verzoeken in te stemmen met toezending van de gewijzigde nota van wijziging
en de gewijzigde toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.