33 227 Oprichting Stichting Depositogarantiefonds

A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 3 april 2012.

De wens over de voorgenomen rechtshandeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk 3 mei 2012.

Het oordeel dat de voorgenomen rechtshandeling een voorafgaande machtiging bij de wet behoeft kan door een van beide Kamers worden uitgesproken uiterlijk op 3 mei 2012 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2012

Eerder heb ik Uw Kamer kenbaar gemaakt voornemens te zijn het depositogarantiestelsel te wijzigen van een ex post gefinancierd stelsel in een ex ante gefinancierd stelsel.1 Tot nu toe is het zo dat de vergoedingen die de Nederlandsche Bank aan de depositohouders heeft voldaan, achteraf worden omgeslagen over de overige deelnemende banken. De wijziging komt erop neer dat in de toekomst banken vooraf een bijdrage aan een fonds betalen. In geval van een deconfiture van een bank, worden de vergoedingen uit dit fonds betaald.

Conform de wens van Uw Kamer heb ik toegezegd het ontwerp-Besluit met betrekking tot deze wijziging aan beide Kamers der Staten-Generaal voor te leggen.2 Hierbij doe ik u de tekst van het ontwerp-Besluit en de nota van toelichting toekomen3. Conform de voorhangprocedure wordt beide Kamers der Staten-Generaal de mogelijkheid geboden binnen vier weken na ontvangst van deze brief inhoudelijk te reageren. Het is de bedoeling dat het definitieve Besluit op 1 juli 2012 in werking zal treden.

Een eerdere tekst van het ontwerp-Besluit is aan de Raad van State voor advies gezonden. Het advies zelf is op grond van artikel 26, tweede lid, van de wet op de Raad van State nog niet openbaar. Wel zou ik de kern van het advies van de Raad van State alvast met Uw Kamer willen delen. De Raad van State adviseerde de toelichting op twee punten aan te passen, en het ontwerpbesluit zo nodig aan te passen. Naar aanleiding daarvan heb ik de toelichting op de twee desbetreffende punten aangepast. Het betreft allereerst de verhouding met het voorstel voor een Europese richtlijn, waarbij de Raad van State zich afvraagt waarom niet is gewacht op de totstandkoming hiervan. Daarnaast stelt de Raad van State vragen met betrekking tot de reden voor de uitbreiding van de dekking van klein-zakelijk naar groot-zakelijk klanten. Het laatste punt staat overigens los van de invoering van een ex ante financiering, maar van de gelegenheid zal gebruik worden gemaakt om ook deze aanpassing door te voeren.

Het advies van de Raad van State geeft geen aanleiding tot wijzigingen van het ontwerp-Besluit. Wel zijn er technische wijzigingen aangebracht, die geen betrekking hebben op de hoofdlijnen. De reden waarom advies aan de Raad van State is gevraagd voordat een excerpt van het ontwerp-Besluit aan Uw Kamer wordt gezonden, is dat het een materie betreft die van een zodanige aard is, dat het wenselijk is dat Uw kamer de strekking van het advies van de Raad van State in haar beschouwingen kan betrekken.

Met deze brief breng ik u tevens op de hoogte van mijn voornemen tot het doen oprichten van de Stichting Depositogarantiefonds (Stichting DGS) die zorg zal dragen voor het beheer en de instandhouding van het depositogarantiefonds. Hiermee geef ik uitvoering aan artikel 34, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001. Zoals voorgeschreven in artikel 96, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 heeft overleg met de Algemene Rekenkamer (ARK) plaatsgevonden. Het advies van de ARK is als bijlage toegevoegd.*)

Een toelichting op het voornemen tot het doen oprichten van de Stichting DGS is in de Nota van Toelichting bij het ontwerp-Besluit ex ante financiering depositogarantiestelsel opgenomen. Voorts worden in de Nota van Toelichting de taken en het organisatorisch raamwerk van de Stichting beschreven.

De minister van Financiën, J. C. de Jager


X Noot
1

Zie Kabinetsvisie op de toekomst van de financiële sector, Kamerstukken II 2008/2009; 32 013, nr. 1.

X Noot
2

Verslag van een algemeen overleg 12 april 2011, Kamerstukken II, 21 501-07, nr. 791.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven