33 224 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer in verband met de invoering van de werkkostenregeling en de regeling van de dienstauto voor de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele wijzigingen door te voeren in verband met de gevolgen van de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 en te voorzien in een dienstauto voor de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 7, eerste lid, wordt «geldig voor reizen in de eerste klas van de Nederlandse Spoorwegen» vervangen door: die mede geldig is voor treinreizen in de eerste klas en die aan hen ter beschikking wordt gesteld voor de duur van het kamerlidmaatschap.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voorts ontvangen de kamerleden ter vergoeding van reiskosten buiten het woon-werkverkeer een bedrag van € 4900 per jaar.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het in het tweede lid genoemde bedrag wordt aangepast bij ministeriële regeling overeenkomstig de wijziging in de vergoeding die geldt voor het burgerlijk rijkspersoneel voor dienstreizen voor het gebruik van een eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig is.

B

Artikel 8, vierde lid, vervalt.

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

3. In het tweede lid (nieuw) vervalt de tweede volzin.

D

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10

Ten aanzien van een kamerlid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, worden als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 aangewezen:

  • a. het bedrag, bedoeld in artikel 7, tweede lid;

  • b. het bedrag, bedoeld in artikel 8, eerste lid;

  • c. de vergoeding, bedoeld in artikel 9, eerste lid.

E

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

  • 1. Ten behoeve van het woon-werkverkeer en dienstreizen van de voorzitter kan in plaats van de voorzieningen, bedoeld in artikel 7, een dienstauto ter beschikking worden gesteld.

  • 2. De prijs per kilometer van de dienstauto, bedoeld in het eerste lid, bedraagt niet meer dan € 0,58 exclusief BTW, berekend op de grondslag van een gebruiksduur van twee jaar en 60 000 gereden kilometers per jaar.

  • 3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt per 1 januari van elk jaar bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de procentuele wijziging van het prijsindexcijfer jaargemiddelde operationele autolease inclusief brandstof, zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd, over het tweede kalenderjaar voorafgaand aan genoemde datum ten opzichte van hetzelfde indexcijfer over het jaar daaraan voorafgaand.

  • 4. De prijs per kilometer wordt berekend aan de hand van de formule

    (((n / (l/12)) + o + f + g + h + p) / m) + i,

    waarin:

    n = (((a-c)/1,19) + (b/1,19) + c) – (d/1,19)

    afschrijving over looptijd (inclusief belasting van personenauto's en motorrijwielen en exclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting));

    o = ((d/1,19) x e) + ((n/2) x e)

    rente per jaar;

    p = ((k/1,19) x (m/100) x j)

    brandstofkosten per jaar;

    en:

    a = consumentenprijs inclusief accessoires af fabriek (inclusief belasting van personenauto's en motorrijwielen en belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting));

    b = consumentenprijs van accessoires achteraf en/of door derden (inclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting));

    c = totale belasting van personenauto's en motorrijwielen;

    d = totale marktconforme restwaarde inclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting) en belasting van personenauto's en motorrijwielen;

    e = rentetarief in procenten;

    f = administratiekosten inclusief management fee per jaar doch exclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting) (of interne kosten ingeval niet wordt uitbesteed);

    g = houderschapsbelasting per jaar;

    h = het in het kader van het omslagstelsel door het Bureau Schade Afwikkeling vastgestelde bedrag;

    i = prijs van reparatie, onderhoud en banden exclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting);

    j = brandstofverbruik in liters per 100 kilometer;

    k = tarief bij brandstofsoort inclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting);

    l = looptijd in maanden;

    m = jaarkilometrage.

  • 5. De dienstauto, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts in gebruik genomen nadat is vastgesteld dat aan de voorschriften van het tweede tot en met vierde lid is voldaan, tenzij afwijking van deze voorschriften noodzakelijk is om redenen van veiligheid of wegens een individuele werkplekanalyse, verricht of getoetst door een deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet. Artikel 14, tweede lid, onderdelen b en c, van de Arbeidsomstandighedenwet is in het tweede geval van overeenkomstige toepassing.

F

Artikel 20 komt te luiden:

Artikel 20

Bij toepassing van artikel 39c van de Wet op de loonbelasting 1964:

  • a. worden de bedragen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, artikel 8, eerste lid, en artikel 9, eerste lid, vermenigvuldigd met 100/P, waarbij P wordt berekend door het getal 100 te verminderen met het getal van het hoogste tarief, bedoeld in kolom IV van artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • b. blijft artikel 10 buiten toepassing.

ARTIKEL II

De Wet vergoedingen leden Eerste Kamer wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13

  • 1. Ten behoeve van het woon-werkverkeer en dienstreizen van de voorzitter kan in plaats van de voorzieningen, bedoeld in artikel 17, een dienstauto ter beschikking worden gesteld.

  • 2. De prijs per kilometer van de dienstauto, bedoeld in het eerste lid, bedraagt niet meer dan € 0,58 exclusief BTW, berekend op de grondslag van een gebruiksduur van twee jaar en 60 000 gereden kilometers per jaar.

  • 3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt per 1 januari van elk jaar bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de procentuele wijziging van het prijsindexcijfer jaargemiddelde operationele autolease inclusief brandstof, zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd, over het tweede kalenderjaar voorafgaand aan genoemde datum ten opzichte van hetzelfde indexcijfer over het jaar daaraan voorafgaand.

  • 4. De prijs per kilometer wordt berekend aan de hand van de formule

    (((n / (l/12)) + o + f + g + h + p) / m) + i,

    waarin:

    n = (((a-c)/1,19) + (b/1,19) + c) – (d/1,19)

    afschrijving over looptijd (inclusief belasting van personenauto's en motorrijwielen en exclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting));

    o = ((d/1,19) x e) + ((n/2) x e)

    rente per jaar;

    p = ((k/1,19) x (m/100) x j)

    brandstofkosten per jaar;

    en:

    a = consumentenprijs inclusief accessoires af fabriek (inclusief belasting van personenauto's en motorrijwielen en belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting));

    b = consumentenprijs van accessoires achteraf en/of door derden (inclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting));

    c = totale belasting van personenauto's en motorrijwielen;

    d = totale marktconforme restwaarde inclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting) en belasting van personenauto's en motorrijwielen;

    e = rentetarief in procenten;

    f = administratiekosten inclusief management fee per jaar doch exclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting) (of interne kosten ingeval niet wordt uitbesteed);

    g = houderschapsbelasting per jaar;

    h = het in het kader van het omslagstelsel door het Bureau Schade Afwikkeling vastgestelde bedrag;

    i = prijs van reparatie, onderhoud en banden exclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting);

    j = brandstofverbruik in liters per 100 kilometer;

    k = tarief bij brandstofsoort inclusief belasting over de toegevoegde waarde (omzetbelasting);

    l = looptijd in maanden;

    m = jaarkilometrage.

  • 5. De dienstauto, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts in gebruik genomen nadat is vastgesteld dat aan de voorschriften van het tweede tot en met vierde lid is voldaan, tenzij afwijking van deze voorschriften noodzakelijk is om redenen van veiligheid of wegens een individuele werkplekanalyse, verricht of getoetst door een deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet. Artikel 14, tweede lid, onderdelen b en c, van de Arbeidsomstandighedenwet is in het tweede geval van overeenkomstige toepassing.

B

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

3. In het tweede lid (nieuw) vervalt de tweede volzin.

C

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

  • 1. De kamerleden ontvangen ter vergoeding van reiskosten een bedrag van € 3640 per jaar.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt aangepast bij ministeriële regeling overeenkomstig de wijziging in de vergoeding die geldt voor het burgerlijk rijkspersoneel voor dienstreizen voor het gebruik van een eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig is.

D

Artikel 18, derde lid, vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

E

Na artikel 18 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 19

Ten aanzien van een kamerlid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, worden als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 aangewezen:

  • a. de vergoeding, bedoeld in artikel 16, eerste lid;

  • b. het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid;

  • c. het bedrag, bedoeld in artikel 18, eerste lid.

Artikel 19a

Bij toepassing van artikel 39c van de Wet op de loonbelasting 1964:

  • a. worden de bedragen, bedoeld in artikel 16, eerste lid, artikel 17 en artikel 18, eerste lid, vermenigvuldigd met 100/P, waarbij P wordt berekend door het getal 100 te verminderen met het getal van het hoogste tarief, bedoeld in kolom IV van artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • b. blijft artikel 19 buiten toepassing.

ARTIKEL III

Artikel 20 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en artikel 19a van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer vervallen met ingang van de datum waarop artikel 39c van de Wet op de loonbelasting 1964 vervalt.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven