33 216 (R1980) Goedkeuring van het op 1 november 2002 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, 1974 (Trb. 2011, 110)

33 217 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van het Verdrag van Athene betreffende het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974, zoals gewijzigd bij het Protocol van 2002 (Trb. 2011, 110), en ter uitvoering van Verordening (EG) 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers bij ongevallen (Pb EU L 131)

A1 VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE2 EN VOOR KONINKRIJKSRELATIES3

Vastgesteld 25 mei 2012

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissies aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de SP -fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot goedkeuring van bovengenoemd verdrag. Zij hebben enkele vragen met betrekking tot de medegelding voor de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De leden van de fracties van de PvdA, het CDA, D66, en van GroenLinks sluiten zich bij deze vragen aan.

2. Medegelding voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Blijkens de memorie van toelichting onder punt 4, Koninkrijkspositie, hebben de regeringen van Aruba en Sint Maarten de wenselijkheid van medegelding van het Protocol voor hun landen nog in beraad, terwijl de regering van Curaçao heeft aangegeven vooralsnog geen medegelding voor haar land te wensen.4 Omdat deze drie landen van het Koninkrijk uitvoeringswetgeving nodig hebben alvorens tot bekrachtiging kan worden overgegaan, stelt de Nederlandse regering thans goedkeuring voor het hele Koninkrijk voor, teneinde het mogelijk te maken dat, wanneer de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten medegelding wenselijk achten, deze dan direct tot stand kan worden gebracht, aldus de memorie van toelichting.

3. Mogelijkheden tot een voorbehoud

Deze leden willen graag van de regering vernemen of dit juridisch de juiste weg is. Verplicht goedkeuring en toetreding voor het hele Koninkrijk de landen om, wellicht binnen een bepaalde termijn, uitvoeringswetgeving tot stand te brengen? Zo ja, wat is het gevolg als de landen daar niet, of niet tijdig, toe over gaan?

Zou het mogelijk zijn geweest om goedkeuring te vragen voor uitsluitend Europees en Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en een voorbehoud aan te tekenen ten aanzien van gelding voor de overige drie landen?

Zouden Aruba, Curaçao en Sint Maarten in dat geval later zelfstandig alsnog tot dat Protocol hebben kunnen toetreden? Of kan alleen Nederland, wanneer zo'n voorbehoud is gemaakt overeenkomstig artikel 18 van het Protocol, dat dan op verzoek van een of meer van de drie landen voor hen weer intrekken?Als de weg van het maken van een voorbehoud bij toetreding open staat, waarom is daar dan niet voor gekozen, zo vragen deze leden.

De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie en de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties zien de reactie van de regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Broekers-Knol

De voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, Linthorst

De griffier voor het verslag, Van Dooren


X Noot
1

De letter A heeft alleen betrekking op wetsvoorstel.

X Noot
2

Samenstelling Veiligheid en Justitie: Holdijk (SGP), Broekers-Knol (VVD) (voorzitter), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vice-voorzitter), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), K.G. de Vries (PvdA), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Koole (PvdA), Schrijver (PvdA), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV), Ester (CU) en Swagerman (VVD).

X Noot
3

Samenstelling Koninkrijksrelaties: Holdijk (SGP), Linthorst (PvdA) (voorzitter), Terpstra (CDA), Slagter-Roukema (SP), Engels (D66), Nagel (50PLUS), Van Bijsterveld (CDA), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Quik-Schuijt (SP), Th. de Graaf (D66) (vice-voorzitter), Ganzevoort (GL), De Lange (OSF), Koole (PvdA), Schrijver (PvdA), Sörensen (PVV), Reynaers (PVV), Van Dijk (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Beckers (VVD) en Swagerman (VVD).

X Noot
4

Kamerstukken II, 33 216 (R1980), nr. 3, p. 4.

Naar boven