33 212 Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met het aanbrengen van grondslagen die hervorming van een bezuiniging op de kinderopvangtoeslag mogelijk maken en in verband met het incorporeren van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang van de gemeente en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kinderopvangtoeslag

E VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 6 juli 2012

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende nadere opmerkingen en het stellen van de volgende nadere vragen.

Inleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben met zorg kennis genomen van de memorie van antwoord betreffende de Wijziging Wet kinderopvang en kwaliteitseisen in verband met het aanbrengen van grondslagen die hervorming van en bezuiniging op de kinderopvangtoeslag mogelijk maken en in verband met het incorporeren van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang van de gemeente en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kinderopvangtoeslag. Graag maken zij van de gelegenheid gebruik om de regering hierover enkele nadere vragen te stellen. De leden van de SP-fractie sluiten zich bij deze vragen aan.

Arbeidsparticipatie

De leden van de PvdA-fractie lezen in de memorie van antwoord: «Er is eerder ingeschat dat het totaal van de maatregelen in de kinderopvang een effect van –0,1% op de arbeidsparticipatie zou hebben.» In de brief van de regering aan de Tweede Kamer van 4 juni jl. betreffende moties en toezeggingen kinderopvang lezen zij evenwel: «Na eerdere jaren met groei is er een daling van 3% van het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvang in het eerste kwartaal 2012.» Adviesbureau Buitenhek constateert dat er met name onder vrouwen van 30 tot 45 jaar sprake is van een lagere arbeidsdeelname. Zowel in de categorie 30–35 en 35–40 jaar daalde het aandeel werkende vrouwen met 1,9 procent in het eerste kwartaal van 2012. Het gaat dan om een daling van 48 000.2 Daarnaast geven door de FNV ondervraagde vrouwen aan dat ze minder uren zijn gaan werken.3 De leden van de PvdA-fractie concluderen hieruit dat verdere bezuinigingen niet wenselijk zijn. Bovendien zijn ze niet noodzakelijk, aangezien er minder gebruik is gemaakt van de kinderopvangtoeslag en de overheid als gevolg daarvan minder kosten heeft gemaakt dan geraamd. Onderschrijft de regering deze analyse betreffende het gebruik van kinderopvang, de arbeidsparticipatie, het aantal gewerkte uren en de overheidsbijdrage? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt zij daaraan? Graag krijgen zij een toelichting op de vier afzonderlijke punten.

KOA-kopje

De leden van de PvdA-fractie lezen in de memorie van antwoord betreffende het koa-kopje: «Op deze manier zijn gemeenten beter in staat om individueel maatwerk te leveren.» En: «Specifiek kan niet worden voorzien welke effect deze maatregel zal hebben op de doelgroepouders, omdat gemeenten individueel de beleidsvrijheid hebben de inzet van de middelen vorm te geven.» Het koa-kopje blijft een bevoegdheid van de gemeente, maar de financiering vanuit het Gemeentefonds zal niet meer gebonden zijn aan vaste percentages. De leden van deze fractie menen dat het risico bestaat dat gemeenten de voor het koa-kopje beschikbaar gestelde middelen ergens anders aan zullen besteden. Deelt de regering deze mening? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt zij daaraan?

Kinderopvangtoeslag

De leden van de PvdA-fractie hebben tevens met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden betreffende het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang in verband met het afbouwen van de vaste voet voor hoge inkomens in de kinderopvangtoeslagtabel voor het eerste kind, het proportioneel verhogen van de ouderbijdrage voor het eerste kind, het vastleggen van de verhouding tussen het aantal uren waarin gebruik wordt gemaakt van een voorziening die gericht is op arbeidsinschakeling of scholing, een opleiding of een cursus wordt gevolgd en het aantal uren waarvoor kinderopvangtoeslag kan worden aangevraagd en enige andere wijzigingen. Graag maken zij van de gelegenheid gebruik om de regering nadere vragen te stellen over het verlagen van de percentages in de eerste kindtabel en over de relatieve bijdrage van ouders.

De leden van de PvdA-fractie lezen in de memorie van antwoord: «Oorspronkelijk was het plan om de bezuiniging in 2013 in te vullen met een vaste eigen bijdrage van € 15 per maand en door de afbouw van de vaste voet in de eerste kindtabel. Tijdens de voorbereiding van de Begroting 2013 is besloten om vast te houden aan de afbouw van de vaste voet, maar wel te kiezen voor een alternatieve maatregel ten aanzien van de vaste eigen bijdrage.» Graag ontvangen de leden van de PvdA-fractie cijfermatig inzicht van de regering betreffende de verschillen in inkomenseffecten van beide maatregelen voor de verschillende inkomensgroepen.

Ten aanzien van de relatieve bijdrage van ouders lezen de leden van deze fractie in de memorie van antwoord: «Inmiddels is de werkgeverspremie kinderopvang per 2012 verhoogd, waardoor werkgevers in 2012 circa 1/3 van de kosten van kinderopvang dragen, voor werknemers, tot aan de maximaal te vergoeden uurprijs.» Graag ontvangen de leden van de PvdA-fractie een nadere cijfermatige onderbouwing van en toelichting op de verwijzing naar «circa 1/3.»

De commissie ziet met belangstelling uit naar de antwoorden van de regering. Onder voorbehoud van tijdige ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag, te weten uiterlijk maandag 9 juli 2012, 12.00 uur acht de commissie het wetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling op 9 en 10 juli 2012.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sylvester

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Terpstra (CDA), Noten (PvdA), Sylvester (PvdA), (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Klever (PVV), (vice-voorzitter), Van Dijk (PVV). Reynaers (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Van Rey (VVD), Beckers (VVD).

Naar boven