Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 augustus 2017
Hierbij bied ik u aan de eerste meting in het kader van het meerjarige evaluatieprogramma
betreffende de inwerkingtreding van de wet Doelmatige Leerwegen mbo1.
De wet Doelmatige Leerwegen, die voortvloeit uit het Actieplan mbo Focus op vakmanschap,
is op 1 augustus 2014 inwerking getreden.2 Het doel van deze wet is dat instellingen en studenten beter gaan presteren waardoor
uitval wordt tegengegaan en het beroepsonderwijs als geheel aantrekkelijker wordt.
In de hierboven genoemde wet is een aantal maatregelen uitgewerkt. Het betreft het
verkorten en intensiveren van de beroepsopleidingen, het beëindigen van de drempelloze
toelating op niveau 2, het apart positioneren van de entreeopleiding en de modernisering
van de bekostiging. In het voorliggende rapport wordt een impressie gegeven van de
eerste ervaringen met de invoering van de wet in het studiejaar 2015–2016. De nadruk
ligt op de implementatie van de verschillende maatregelen door instellingen bij de
opleidingen en de te verwachte effecten. De komende jaren zal over de daadwerkelijke
effecten meer gezegd kunnen worden.
De belangrijkste bevindingen tot nu toe zijn:
-
– Het merendeel van de mbo-instellingen heeft de invoering van de maatregelen goed voorbereid
en ondervindt weinig problemen in de uitvoering.
-
– Wat betreft de intensivering van het onderwijs is bij twee derde van de opleidingen
het aantal begeleide onderwijsuren gestegen. Als het intensiveren gecombineerd wordt
met andere innovaties in het onderwijs kan dat de kwaliteit van het onderwijs versterken.
-
– Er is voor de invoering van de entreeopleiding veel draagvlak onder bestuurders, onderwijsmanagers
en docenten. Er worden ten aanzien van deze maatregel positieve effecten gesignaleerd
zoals een betere doorstroom naar mbo-2 en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.
-
– Als gevolg van het beëindigen van de drempelloze instroom op niveau 2 is bij de helft
van de instellingen de intakeprocedure aangepast en ervaren docenten meer transparantie
en duidelijkheid rondom de intake.
-
– Het merendeel van de instellingen heeft als gevolg van de aanpassing van de bekostigingssystematiek
geen knelpunten ondervonden. Wel ervaren instellingen dat er veel maatregelen tegelijk
moesten worden ingevoerd. Een positief effect van de nieuwe bekostiging is dat er
meer aandacht is gekomen voor het plaatsen van studenten op het juiste niveau, in
de juiste leerweg en dat hierdoor de doorstroom binnen de beroepskolom, en dus ook
naar het hbo, verbeterd wordt. Tegelijkertijd zijn er ook instellingen die zeggen
dat er meer sprake is van «rendementsdenken», maar daarvan zijn verder geen effecten
aangetoond. Ik merk hierbij op dat in het Actieplan gelijke kansen in het onderwijs
extra middelen zijn vrijgemaakt om mbo-scholen met relatief veel studenten, die langer
over hun mbo-opleiding doen, te ondersteunen (Kamerstukken II 34 550-VIII, nr. 16). Verder geven instellingen aan geen effecten van de nieuwe bekostiging te zien op
het stapelen van opleidingen, switchen of uitval.
De eindrapportage van de evaluatie van de wet Doelmatige Leerwegen is voorzien in
2021.
Met deze brief beschouw ik de toezeggingen van het lid Bruijn (TO 1754) en de leden
De Vries-Leggedoor, Linthorst en Ganzevoort (TO 1755) als afgedaan.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker