33 182 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen (Wet versterking bestuur pensioenfondsen)

Nr. 55 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2014

De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij per brief van 23 januari jl. verzocht duidelijkheid te verstrekken ten aanzien van de geldende spelregels voor pensioenfondsen in het licht van het bij de behandeling van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen aangenomen amendement-Van Weyenberg en Lodders (Kamerstuk 33 182, nr. 50). De vaste commissie heeft daarbij tevens gewezen op de gang van zaken bij de verkiezingen bij het ABP.

In reactie hierop wil ik het volgende opmerken. Het genoemde amendement van het lid Van Weyenberg en Lodders heeft zijn weerslag gevonden in het nieuwe artikel 115, zevende lid, Pensioenwet, dat op 1 juli aanstaande in werking zal treden.

Dit artikellid bepaalt dat het bestuur van het pensioenfonds op eigen initiatief kan overgaan tot verkiezing van de leden van het verantwoordingsorgaan, die deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigen. Daarnaast dient het bestuur over te gaan tot verkiezingen indien daarom wordt verzocht door ten minste 1% van de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden of door ten minste 500 deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Tot slot bepaalt dit artikellid dat het pensioenfonds medewerking moet verlenen aan een dergelijk initiatief tot het organiseren van een verkiezing.

Naar aanleiding van genoemde brief heb ik De Nederlandsche Bank (DNB) verzocht om, voor zover de toezichthouder dit noodzakelijk acht, via een aantal vragen en antwoorden op de website van DNB duidelijkheid te scheppen ten aanzien van de geldende spelregels voor verkiezingen voor het verantwoordingsorgaan. Uitgangspunt daarbij is dat het recht op voordracht van onafhankelijke verenigingen en van individuen niet gefrustreerd moet worden door het hanteren van hoge drempels. Dit verzoek aan DNB past bij mijn eerder verzoek van 12 juli 2013 aan DNB om duidelijkheid te verschaffen over de handhaving van DNB tijdens de overgangsperiode en over de begeleiding van fondsen naar de nieuwe bestuursmodellen.

Om een beter beeld te krijgen van de stand van zaken rond de verkiezing van leden van het verantwoordingsorgaan heb ik, conform mijn toezegging tijdens het algemeen overleg Pensioenen van 6 november jl., voorts contact opgenomen met DNB. DNB heeft aangegeven dat aan de pensioenfondsen is gemeld dat zij tijdig de complete nieuwe governanceplannen gereed moeten hebben. Dit betekent dat zij onder andere de verkiezing van de leden van het verantwoordingsorgaan moeten hebben geregeld. DNB heeft een aantal vragen van fondsen beantwoord over deze verkiezingen en leidt daaruit in algemene zin af dat fondsen ook aan dit onderdeel van de nieuwe governance aandacht besteden. Van januari tot en met april heeft DNB een loket opengesteld waar fondsen hun voorgenomen wijzigingen van hun governance ter toetsing voor kunnen leggen. DNB let er bij deze toetsing mede op dat verkiezingen van de leden van het verantwoordingsorgaan, wanneer het fonds en/of de deelnemers tot het organiseren van verkiezingen hebben besloten, volgens de wettelijke regels worden georganiseerd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven