33 182 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen (Wet versterking bestuur pensioenfondsen)

Nr. 26 AMENDEMENT VAN HET LID MADLENER

Ontvangen 15 mei 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 115a als volgt gewijzigd:

1. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. De deelnemers- en pensioengerechtigdenraad adviseert het pensioenfonds desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het pensioenfonds betreffen.

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na «pensioengerechtigdenraad» ingevoegd « in ieder geval» en aan het slot vóór de dubbele punt ingevoegd: elk voorgenomen besluit van het pensioenfonds met betrekking tot.

b. Na de aanhef worden de volgende onderdelen ingevoegd:

  • 00a. het nemen van maatregelen van algemene strekking;

  • 01a. wijziging van de statuten en reglementen van het pensioenfonds;

  • 02a. vaststelling van het jaarverslag, de jaarrekening, de actuariële en bedrijfstechnische nota, bedoeld in artikel 145 en een langetermijnherstelplan als bedoeld in artikel 138;

  • 03a. vermindering van de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten indien toepassing wordt gegeven aan artikel 134;

  • 04a. het vaststellen en wijzigen van het toeslagbeleid;

  • 05a. gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van het pensioenfonds of de overname van verplichtingen door het pensioenfonds;

  • 06a. liquidatie, fusie of splitsing van het pensioenfonds;

  • 07a. het sluiten, wijzigen of beëindigen van een uitvoeringsovereenkomst;

  • 08a. het terugstorten van premie of geven van premiekorting, bedoeld in artikel 129;

  • 09a. het omzetten van het pensioenfonds in een andere rechtsvorm, bedoeld in artikel 18 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • 010a. samenvoeging van pensioenfondsen als bedoeld in de definitie van ondernemingspensioenfonds in artikel 1;

3. Na het derde lid worden drie leden ingevoegd, luidende:

  • 3a. Het advies van de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de in het derde lid bedoelde besluiten.

  • 3b. Het pensioenfonds stelt de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad na de in artikel 115f, aanhef en onderdeel a, bedoelde mededeling over het kortetermijnherstelplan in de gelegenheid advies uit te brengen over dit kortetermijnherstelplan.

  • 3c. Bij het vragen van advies wordt aan de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad een overzicht verstrekt van de beweegredenen voor het besluit en van de gevolgen die het besluit naar verwachting voor de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden zal hebben.

II

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 115e na «Het pensioenfonds deelt» ingevoegd: de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of.

III

Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:

1. In punt 1 wordt na de dubbele punt ingevoegd: deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of.

2. In punt 2 wordt «Het belanghebbendenorgaan» vervangen door «De deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of het belanghebbendenorgaan», wordt «artikel 115c, eerste lid» vervangen door «artikel 115a, derde lid of artikel 115c, eerste lid» en wordt na de dubbele punt ingevoegd: de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of.

3. In punt 3 wordt na de dubbele punt ingevoegd: de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of.

IV

Artikel I, onderdeel K, komt te luiden:

K

Artikel 218 komt te luiden:

Artikel 218. Beroep minderheid deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of belanghebbendenorgaan bij ondernemingskamer

  • 1. Een gedeelte van de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of het belanghebbendenorgaan dat ten minste 30% van de leden omvat kan bij de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam beroep instellen tegen een besluit betreffende een aangelegenheid als bedoeld in artikel 115a, vierde lid of artikel 115c, tweede lid, indien:

    • a. de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of het belanghebbendenorgaan met betrekking tot dat besluit niet voorafgaand in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen;

    • b. dat besluit niet in overeenstemming is met het advies van de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of het belanghebbendenorgaan;

    • c. feiten en omstandigheden bekend zijn geworden die, waren zij aan de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of het belanghebbendenorgaan bekend geweest ten tijde van het uitbrengen van het advies, aanleiding zouden kunnen zijn geweest om dat advies niet uit te brengen zoals het is uitgebracht; of

    • d. dat besluit niet in overeenstemming is met het eerder uitgebrachte advies van deze minderheid.

  • 2. Artikel 217, tweede tot en met elfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Dit amendement kent een meer uitgebreid adviesrecht en een beroepsrecht toe aan, naast het belanghebbendenorgaan in de onafhankelijke modellen, de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad in het paritaire, paritair gemengd en omgekeerd gemengd bestuursmodel. Hierdoor is de invloed van de belanghebbenden op twee niveaus binnen het pensioenbestuur ingebed. Dit komt het dualisme binnen het pensioenbestuur ten goede en zorgt voor een extra middel om de belangen van de belanghebbenden in de besluitvorming te waarborgen. De vormgeving van het adviesrecht borduurt voort op de regeling uit de huidige wet en het wetsvoorstel Koşer Kaya Blok.

Dit amendement voorziet tevens in de mogelijkheid tot beroep dat kan worden aangetekend door (een minderheid van) de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad of het belanghebbendenorgaan bij de Ondernemingskamer.

Madlener

Naar boven