33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere wetten gericht op bevordering deelname aan de arbeidsmarkt voor mensen met arbeidsvermogen en harmonisatie van deze regelingen (Invoeringswet Participatiewet)

B BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2014

U heeft verzocht om mijn ministerie op korte termijn een technische briefing te laten verzorgen over het wetsvoorstel Invoeringswet Participatiewet. Ter voorbereiding op deze briefing heeft u gevraagd om een overzicht met de belangrijkste wijzingen van het wetsvoorstel Invoeringswet Participatiewet ten opzichte van het initiële wetsvoorstel Wet Werken naar vermogen. In de bijlage bij deze brief treft u dit overzicht aan. Om een integraal beeld te geven van de Participatiewet, stuur ik u ook u de geconsolideerde versie1 waarin de wijzigingen van het wetsvoorstel Participatiewet en het wetsvoorstel WWB-maatregelen alsmede de ingediende amendementen zijn verwerkt.

Zoals uit het overzicht blijkt is met het wetsvoorstel voor de Invoeringswet Participatiewet dat nu in uw Kamer voorligt, het wetsvoorstel Wet Werken naar vermogen op een aanzienlijk aantal onderdelen gewijzigd. Deze wijzigingen vloeien voort uit de afspraken die respectievelijk zijn gemaakt in het regeerakkoord, het sociaal akkoord en uit de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer. In het regeerakkoord heeft het kabinet aangegeven dat het streeft naar een breed draagvlak voor de uitvoering van het beleid. Met het sociaal akkoord van 11 april 2013 tussen kabinet en sociale partners is het draagvlak voor de Participatiewet versterkt. Met dit akkoord hebben de sociale partners zich verbonden aan de doelstelling van het kabinet om zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking in een reguliere baan aan het werk te krijgen. In het sociaal akkoord zijn concrete afspraken gemaakt op welke wijze deze doelstelling kan worden gerealiseerd. Deze afspraken zijn verwerkt in de Invoeringswet Participatiewet.

Een van de afspraken was de herbeoordeling van Wajongers op arbeidsvermogen en de daaraan gekoppelde overdracht van Wajongers met arbeidsvermogen naar gemeenten. Deze afspraak baarde Wajongers, belangenorganisaties en andere betrokkenen grote zorgen. Uit het verslag van de Tweede Kamer op het wetsvoorstel bleek dat ook de Tweede Kamer zich zorgen maakte over de gevolgen van de herbeoordeling op arbeidsvermogen voor de groep Wajongers.

Dit heeft geleid tot belangrijke aanpassingen van het wetsvoorstel voor de Invoeringswet Participatiewet zoals ik dat op 2 december 2013 naar de Tweede Kamer heb gestuurd.

Uiteraard is het ministerie graag bereid om, zoals u verzoekt, het wetvoorstel op korte termijn in een technische briefing nader toe te lichten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Bijlage

Onderdeel

Wet Werken naar vermogen

Beoogde invoering:

1 januari 2013

Participatiewet

Beoogde invoering:

1 januari 2015

Wajong

Huidige Wajongers blijven in de Wajong.

Vanaf 1-1-2013 alleen toegankelijk voor mensen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben.

Huidige Wajongers blijven in de Wajong.

Vanaf 1-1-2015 alleen toegankelijk voor mensen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben.

     
 

Herbeoordeling zittend bestand en verlaging uitkering naar 70% voor Wajongers met arbeidsvermogen.

Herbeoordeling zittend bestand en verlaging uitkering naar 70% per 1-1-18 voor Wajongers met arbeidsvermogen.

     
 

Instroom Wajong 2012 gaat per 1-1-2014 over naar WWNV.

 
     

Wet sociale Werkvoorziening (Wsw)

Wsw blijft bestaan, toegang wordt beperkt tot mensen die alleen onder beschutte omstandigheden kunnen werken

De instroom in de Wsw stopt met ingang van 1 januari 2015. Zittend bestand behoudt wettelijke rechten en plichten.

     
 

Gemeenten dienen 1/3 van de autonome uitstroom uit de Wsw op te vangen met nieuwe instroom in de Wsw voor beschut werk.

 
     

Beschut werk

Beschut werk is een voorziening binnen de Participatiewet. Gemeenten krijgen de ruimte om beschut werk te organiseren. De 1/3- verplichting vervalt. In de (financiële) berekeningen gaat het kabinet er vanuit dat er structureel 30.000 plekken voor beschut werk beschikbaar komen.

     
   

Gemeenten doen een aanvraag bij UWV voor de beoordeling of iemand tot de doelgroep voor beschut werk behoort.

     

Quotumwet en baanafspraak

Werkgevers stellen zich op basis van de baanafspraak uit het sociaal akkoord van 11 april 2013 garant voor in totaal 125.000 banen (100.000 in de marktsector en 25.000 in de overheidssector).

     
   

Er komt een wettelijke quotumregeling, die wordt geactiveerd op het moment dat de afgesproken aantallen banen niet tot stand komen.

     
   

Mensen met een arbeidsbeperking met een verdiencapaciteit van minder dan het wettelijk minimumloon (WML), horen tot de doelgroep van de baanafspraak/quotumregeling.

Daarnaast horen Wajongers en mensen met een Wsw-indicatie op de Wsw-wachtlijst tot doelgroep van de baanafspraak.

UWV krijgt een rol bij de beoordeling doelgroep baanafspraak. Het kader voor doelgroep wordt wettelijk vastgelegd in de Quotumwet.

     
   

Sociale partner krijgen drie jaar de tijd om in alle cao’s laagste reguliere loonschalen op te nemen tussen 100% en 120% WML, te beginnen op 100% WML. Als dit niet wordt gerealiseerd, treedt een wettelijke bepaling in de Participatiewet in werking op grond waarvan werkgevers de mogelijkheid krijgen om iemand die aangewezen is op loonkostensubsidie voor een baan op grond van de baanafspraak, op individuele basis aan te nemen op 100% WML.

     

Werkbedrijf

Vorming van 35 regionale werkbedrijven, die de schakel vormen tussen de werkgever en de mensen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen in de extra banen van de baanafspraak.

De 35 regionale Werkbedrijven zijn wettelijk verankerd in de Participatiewet.

     

Compensatie werkgevers voor verminderde productiviteit

Loondispensatie. De werkgever betaalt loonwaarde. De gemeente vult het loon aan tot, na een aantal jaren, het wettelijk minimumloon.

Loonkostensubsidie ter hoogte van maximaal 70% van het WML voor werkgever voor het verschil tussen loonwaarde en WML. Werknemer ontvangt loon op basis van de cao werkgever.

     

Bureaucratie en ruimte voor maatwerk, instrumenten voor gemeenten

Uitgangspunt is beleidsvrijheid voor gemeenten. Zij bepalen wie voor welke ondersteuning in aanmerking komen. Gemeenten leggen beleidskeuzes vast in verordeningen. Voor de onderstaande onderdelen waren er specifieke bepalingen:

Uitgangspunt is beleidsvrijheid voor gemeenten. Zij bepalen wie voor welke ondersteuning in aanmerking komen. Gemeenten leggen beleidskeuzes vast in verordeningen1.

     
 

Afwijkende regelgeving en beloningsregime van de Wsw blijft gehandhaafd voor beschut werk.

Gemeenten krijgen ruimte om beschut werk te organiseren.

     
 

Uitvoering loondispensatie aan strikte regels gebonden (toegangstoets, periodieke loonwaardemeting).

Gemeenten, sociale partners en andere partijen werken in samenspraak met het Rijk de invulling van het instrument loonkostensubsidie de komende periode verder uit (o.a. loonwaardemeting, doelgroepbepaling). Het voorkomen van onnodige bureaucratie staat daarbij centraal.

     

Studieregeling

-

De Participatiewet heeft een studieregeling voor jongeren vanaf 18 jaar met een arbeidsbeperking die studeren met studiefinanciering of een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS).

     

Mensen met een medische urenbeperking

 

Voor mensen met een medische urenbeperking komt de mogelijkheid om 15 procent van de inkomsten uit arbeid bij de middelentoets vrij te laten, tot een bedrag van maximaal 124 euro per maand.

     

Financiën

Een efficiencykorting op de Wsw die in drie jaar (2013 – 2015) oploopt tot 290 miljoen euro.

De efficiencykorting op de Wsw gaat later in en wordt over zes jaar gespreid.

     
   

Ten opzichte van de WWNV levert het uitstel en de spreiding dit een extra voordeel op van cumulatief 1 miljard euro over de periode 2013–2019.

     
   

Daarnaast rekent het kabinet met een langzamere afbouw van het zittend bestand Wsw (5.000 in plaats van 6.000 plekken per jaar).

     
 

In de periode 2012 – 2018 is er een herstructureringsfaciliteit van 400 miljoen euro beschikbaar, waar gemeenten een beroep op kunnen doen voor de financiering van de kosten van de herstructurering van de uitvoering van de Wsw.

De herstructurerings-faciliteit is vervallen.

     
   

Voor pensioenen Wsw komt structureel maximaal 10 miljoen euro extra beschikbaar, mits werkgevers en werknemers zelf een akkoord bereiken over een structurele oplossing voor het pensioenfonds.

     
   

Het participatiebudget «oude stijl»(= exclusief Wsw/beschut werk middelen en de re-integratiemiddelen die overkomen van het UWV) wordt (op grond van het Regeerakkoord) met ingang van 2014 gekort met 51 miljoen euro oplopend naar 192 miljoen euro in 2018.

X Noot
1

Overzicht verordeningen

De volgende beleidskeuzes leggen gemeenten in verordeningen vast:

Regels over de doelgroep loonkostensubsidie en de vaststelling van de loonwaarde.

Regels voor het verlenen van een individuele studietoeslag.

Regels over het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

Regels voor het verrichten van werkzaamheden in een beschutte werkomgeving.

• (Aangescherpte) Regels over de wijze waarop mensen die bijstand ontvangen of door gemeenten worden ondersteund in het vinden of houden van werk, of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van de Participatiewet.


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 154694.

Naar boven