33 160 (R1973) Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Gemenebest van de Bahama’s inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Nassau, 8 augustus 2011

Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2012

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Financiën van 15 februari 2012 inzake het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Gemenebest van de Bahama's inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen. Het verzoek was gericht aan de Staatssecretaris van Financiën, maar omdat het een verdrag voor, en het fiscale beleid van, Aruba betreft, is de beantwoording door mij overgenomen.

De leden van de vaste commissie voor Financiën vragen in hoeverre bij de onderhandelingen gestreefd is naar een verdragsbepaling inzake automatische informatie-uitwisseling.

Aruba heeft tijdens de onderhandelingen voorgesteld om een bepaling inzake automatische informatie-uitwisseling in het verdrag op te nemen. De Bahama’s gaven echter aan voorkeur te hebben voor het beperken van de uitwisseling van informatie tot informatie-uitwisseling op verzoek. Om die reden is geen verdragsbepaling inzake automatische informatie-uitwisseling opgenomen.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Naar boven