33 159 Evaluatie van instellingen die wettelijke taken uitvoeren op grond van de Metrologiewet

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 februari 2024

Juiste metingen (hoeveelheid, kwaliteit) liggen aan de basis van goed functionerende markten en zijn daarom van groot belang voor de Nederlandse economie. Consumenten en bedrijven moeten erop kunnen vertrouwen dat de aangegeven hoeveelheden op de meetinstrumenten in de supermarkt of aan de benzinepomp kloppen. Afspraken over wat moet worden verstaan onder een «kilo» of een «meter» dragen eraan bij dat Nederlandse bedrijven makkelijk kunnen handelen in binnen- en buitenland.

Het is van belang het nationale stelsel voor meten (het metrologiestelsel) goed te onderhouden. In Nederland verwezenlijkt en beheert het nationaal metrologisch instituut Van Swinden Laboratorium (VSL) de nationale meetstandaarden. De eisen aan meetinstrumenten zijn opgenomen in de metrologieregelgeving en door de Minister hiervoor aangewezen instanties controleren of meetinstrumenten voldoen aan de nauwkeurigheidseisen. Artikel 40 van de Metrologiewet bepaalt dat de Minister van Economische Zaken en Klimaat elke vier jaar een verslag zendt aan de Staten-Generaal over de doeltreffendheid van het functioneren van de aangewezen instanties. Het evaluatierapport van het onafhankelijke onderzoeksbureau KWINK van de vier Nederlandse aangewezen instanties over de periode van 2019–2022 vindt uw Kamer als bijlage bij deze brief.

KWINK concludeert dat het systeem van aangewezen instanties doeltreffend werkt voor beide wettelijke taken, zijnde a) het uitvoeren van een conformiteitsbeoordeling van meetinstrumenten voorafgaand aan markttoelating en ingebruikname en b) het erkennen van keurders voor het uitvoeren van conformiteitsbeoordelingen van reeds in gebruik genomen meetinstrumenten.

Dat betekent dat consumenten en bedrijven terecht kunnen vertrouwen op de meetresultaten van wettelijk geregelde meetinstrumenten.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven