33 149 Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2019

In het Dertigledendebat over »48 ondermaatse thuiszorginstellingen» van 26 september jl. heb ik u toegezegd schriftelijk terug te komen op de vraag van het lid Agema (PVV) over de capaciteit van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (Handelingen II 2019/20, nr. 6, Dertigledendebat over het ondermaats presteren van 48 thuiszorgorganisaties). Met deze brief geef ik invulling aan de toezegging.

De inspectie beschikt momenteel over een totaal van 780 fte. Naast 478 fte inspecteurs en inspectiemedewerkers beschikt de inspectie over data-, risico- en beleidsanalisten, communicatie professionals, opsporingsmedewerkers en juristen. Totaal ruim 108 fte. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan de effectieve inzet van inspecteurs en aan het effectief benutten van de toezichtresultaten. 58 fte bemensen het IGJ en LMZ meldpunt. Voor bedrijfsvoerings- en andere staftaken heeft de inspectie 136 fte in dienst.

Om voldoende toegerust te blijven op de toezichttaken van de inspectie, is het budget ieder jaar verhoogd. Onderstaande tabel geeft de budgetverhogingen weer, als ook de aantallen fte en de verdeling van de middelen. De groei van de inspectie in aantallen fte, is deels voortgekomen door fusie van de IJZ en de IGZ en deels door budgetverhoging.

Het zorgveld is groot en complex. De inspectie moet daarom prioriteiten stellen in het toezicht. De inspectie maakt keuzes gegeven de ontwikkelingen die zij ziet, de ervaringen die zij opdoet en de meldingen die zij van buiten ontvangt.

De keuzes van de inspectie liggen vast in het meerjarenbeleidsplan en -meer gedetailleerd- in haar jaarlijkse werkplan. Zo nodig past de inspectie haar werkwijze aan als inzichten in de loop van het jaar wijzigen of als zich nieuwe ontwikkelingen voordoen. De huidige capaciteit van de inspectie is toereikend om het werkplan 2019 uit te voeren. Over de uitvoering en de resultaten van haar werkzaamheden rapporteert de inspectie in het jaarbeeld.

Inspectiebezoeken zijn belangrijk. Tegelijk gebruikt de inspectie ook andere middelen om toezicht te houden op de kwaliteit van de zorg, zoals het uitvoeren van risicoanalyses, waarbij (bestaande) data steeds slimmer en efficiënter worden ingezet, gesprekken met koepelorganisaties over de ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden, en het publiceren van (geaggregeerde) toezichtuitkomsten. Een voorbeeld van een andere wijze van toezichthouden is, bijvoorbeeld het toezicht op netwerken in de zorg. Dat is een intensieve manier van toezicht op verschillende zorgaanbieders tegelijkertijd. Effectief, met een breed bereik.

Een substantieel deel van de capaciteit (50%) besteedt de inspectie op dit moment overigens aan de afwikkeling van de bijna 12.000 meldingen, klachten, aanvragen en opgaven van informatie die jaarlijks binnen komen bij onder meer het Landelijk Meldpunt Zorg.

Een deel van deze meldingen wordt ingezet als bron voor de risicoanalyses die de inspectie maakt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven