33 135 Wijziging van de Crisis- en herstelwet en diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2012

Met deze brief wil ik u informeren over de mogelijke consequenties van het controversieel verklaren van het wetsvoorstel voor de permanente Crisis- en herstelwet (Chw) en enkele quick wins, zoals door de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu klaren van onderwerpen op 5 juni.

Het voornemen is om de Chw te laten opgaan in de Omgevingswet. Voor een goede aansluiting in de tijd met dit wetgevingstraject, is het nodig dat de werkingsduur van de Chw wordt verlengd (huidige einddatum is 1 januari 2014). Deze verlenging maakt onderdeel uit van het wetsvoorstel voor de permanente Chw. Het is dus belangrijk dat de besluitvorming over dit wetsvoorstel wordt voortgezet. Indien een nieuw kabinet de verlenging zou moeten oppakken, bestaat het reële risico dat deze niet tijdig gereed zal zijn. Gevolg daarvan is dat de Chw-instrumenten, die een positief effect hebben op de uitvoeringspraktijk zoals blijkt uit de recent aan de Tweede Kamer toegezonden voortgangsrapportage, niet beschikbaar blijven. Voorbeelden zijn de regeling voor ontwikkelingsgebieden die bijdraagt aan het vlot trekken van complexe projecten of de mogelijkheden om te experimenteren met regelgeving ten behoeve van innovatie en duurzaamheid. Ook kan worden gewezen op de mogelijkheden om de besluitvorming te versnellen voor concrete ruimtelijke en infrastructurele projecten (bijvoorbeeld kortere beroepsprocedures, verlichting mer-procedure). Onduidelijkheid over de verlenging van de Chw is daarnaast onwenselijk voor zowel lopende als nieuwe projecten.

Naast de verlenging van de werkingsduur van de Chw, omvat het wetsvoorstel quick wins waarvan het merendeel niet omstreden is. De uitvoeringspraktijk is hier erg positief over, bijvoorbeeld als het gaat om de extra mogelijkheden die worden geboden voor tijdelijke bestemmingen (denk bijvoorbeeld aan het anders gebruiken van bestaande gebouwen, in afwachting van een definitieve bestemming) of de verlengde houdbaarheid van onderzoeksgegevens.

Voorts wordt via een nota van wijziging van het wetsvoorstel, die nu ter advisering bij de Raad van State ligt, de regeling voor de Chw-ontwikkelingsgebieden aangevuld en beter bruikbaar gemaakt. Voor het Havengebied Rotterdam, één van de mainports in de SVIR en een voorgenomen ontwikkelingsgebied (in het kader van de 5e tranche van het Besluit uitvoering Chw), zijn deze aanvullende mogelijkheden relevant om te kunnen sturen op een optimale verdeling van de beschikbare milieugebruiksruimte. Bij het controversieel verklaren van het wetsvoorstel stagneert ook deze ontwikkeling.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen- Maas Geesteranus

Naar boven