33 130 Interparlementaire Conferentie Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid

U/ Nr. 22 VERSLAG VAN EEN CONFERENTIE

Vastgesteld 9 mei 2023

Op 4 en 5 september jl. nam een delegatie van de Eerste en Tweede Kamer deel aan de interparlementaire conferentie over EU buitenland-, veiligheids- en defensiebeleid (IPC GBVB/GVDB) in Praag. De IPC werd georganiseerd door het Tsjechische parlement. Voorafgaand aan de conferentie werd de delegatie hartelijk ontvangen door de Nederlandse ambassadeur in Tsjechië, Daan Huisinga. De delegatie is hem, en zijn ambassadestaf, hier zeer erkentelijk voor.

De delegatie bestond namens de Tweede Kamer uit de leden Agnes Mulder (delegatieleider, CDA), Hammelburg (D66) en Dassen (Volt). Namens de Eerste Kamer namen de leden Van Apeldoorn (delegatieleider, SP) en Beukering (Fractie-Nanninga) deel.

De delegatie brengt hierbij een beknopt verslag uit van de conferentie.

Opening

De conferentie werd geopend door de voorzitter van de Tsjechische Kamer van Afgevaardigden, Markéta Pekarová Adamová. Adamová sprak over het belang van actieve communicatie door parlementariërs over de kosten van de oorlog in Oekraine, zeker nu door hogere energieprijzen en desinformatie het draagvlak onder de bevolking onder druk komt te staan. Ze uitte kritiek op landen die lang hebben gedebatteerd over het toekennen van EU-kandidaatstatus aan Oekraïne. Ook pleitte ze voor het invoeren van meerderheidsbesluitvorming op het gebied van EU-buitenlandbeleid en, zolang dat geen realiteit is, het zeer terughoudend gebruik van het vetorecht.

Sessie I: HV Borrell pleit voor strategisch geduld en sterk narratief; EU-trainingsmissie Oekraïne in voorbereiding

Tijdens de eerste sessie sprak Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell via videoverbinding over recente ontwikkelingen en het EU Strategisch Kompas (zie speech). De Hoge Vertegenwoordiger stelde dat de economische impact van de sancties tegen Rusland groot is en alleen maar toeneemt, vooral in hoogtechnologische sectoren zoals luchtvaart. Hij pleitte voor strategisch geduld. Borrell onderstreepte het belang van een sterk narratief over de oorzaken en gevolgen van de oorlog richting de Europese bevolking, maar ook richting (Afrikaanse) partners. De HV stelde dat Europa wordt geconfronteerd met een «battle of narratives».

Borrell gaf aan dat de voorbereidingen voor een EU-trainingsmissie voor de Oekraïense strijdkrachten in volle gang zijn. Een besluit hierover wordt in de komende weken verwacht. Het voorstel voor de EU-missie ligt sinds vorig jaar op tafel. De HV sprak zijn teleurstelling uit over het feit dat de EU-27 destijds geen overeenstemming hierover konden bereiken. Tot slot vertelde Borrell dat de EU-Ministers van Defensie tijdens de informele Raad van eind augustus niet hadden gesproken over de implementatie van het EU Strategisch Kompas. Hij stelde dat er veel stappen worden gezet, maar dat lidstaten op sommige terreinen onvoldoende betrokken zijn. Ook wierp hij de vraag op of het Strategisch Kompas moet worden geüpdatet als gevolg van de oorlog in Oekraïne.

  • Het lid Van Apeldoorn vroeg de HV hoe de EU zich moet opstellen tegenover China, gegeven de zorgen over o.a. mensenrechtenschendingen enerzijds en de wederzijdse afhankelijkheden en noodzaak voor samenwerking op het gebied van klimaatverandering anderzijds. In zijn antwoord zei HV Borrell dat de EU een eigen koers ten opzichte van China moet bepalen en dat het volledig afbouwen van afhankelijkheden daarbij niet het doel moet zijn.

  • Het lid Dassen vroeg de HV naar de betrekkingen van de EU met Afrikaanse landen, waar het Russische narratief over de oorlog en de sancties snel terrein wint. Dassen vroeg de HV of de EU voldoende prioriteit geeft aan zijn strategische partnerschappen met Afrikaanse landen.

Sessie II: Oproepen voor volledige visastop en onmiddellijke wederopbouw Oekraïne

De tweede sessie ging over de vraag hoe de EU politieke steun kan geven aan Oekraïne. De voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken van het Oekraïense parlement, Oleksander Merezhko, was uiterst kritisch over de opstelling van Hongarije binnen de EU. Ook noemde hij het uitblijven van een volledige visastop voor Russen «een grote fout». Daarin werd hij gesteund door verschillende Oost-Europese delegaties. Merezhko pleitte daarnaast voor NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne en de onmiddellijke wederopbouw van het land, als symbool van hoop. Deze laatste oproep kon op steun rekenen van meerdere delegaties. Andere delegaties stelden dat Oekraïne eerst moet winnen voordat een begin kan worden gemaakt aan de wederopbouw.

De Tsjechische Minister van Buitenlandse Zaken Jan Lipavský (Piratenpartij) onderstreepte het belang van vasthouden aan sancties en de vervolging van oorlogsmisdaden. Tegelijkertijd stelde hij dat de Europese bevolking onder steeds grotere druk komt te staan, waardoor het van belang is dat politici de oorzaken en gevolgen van de oorlog blijven uitleggen.

De Litouwse delegatie riep andere landen op om net als Litouwen een vaste post in het defensiebudget op te nemen voor steun aan Oekraïne om te laten zien dat Europa gecommitteerd is voor de lange termijn. Verder vroegen verschillende delegaties om EU-wetgeving om confiscatie van bevroren Russische tegoeden mogelijk te maken. De Italiaanse delegatie noemde daarbij Italiaanse confiscatiewetgeving als voorbeeld.

Sessie III: EU-uitbreidingsbeleid in het licht van de oorlog en Russische invloeden op de Westelijke Balkan

De derde sessie legde de focus op het EU-toetredingsproces. Maciej Popowski van de Europese Commissie benadrukte dat EU-uitbreiding een relevant en belangrijk beleid blijft voor de veiligheid en stabiliteit van Europa als geheel. Hij riep parlementariërs op om het belang van uitbreiding uit te dragen. Popowski gaf aan dat de Europese Commissie bij toetreding zo snel werkt als mogelijk is zonder de geloofwaardigheid van het toetredingsproces te ondermijnen. Janina Hřebíčková, de Tsjechische ambassadeur in Montenegro, stelde dat Rusland een tweede front heeft geopend in de Westelijk Balkan en dat de EU veel meer aandacht aan de regio zou moeten besteden, naast Oekraïne. Volgens Hřebíčková staat de democratie in de Westelijke Balkanlanden onder druk en hebben de landen de steun van de EU nodig om Russische beïnvloeding tegen te gaan.

Marcin Zaborowski van denktank GLOBSEC onderstreepte het belang van duidelijke communicatie richting de Oekraïense bevolking over de duur en het verloop van het toetredingsproces. Ook pleitte hij voor een discussie over hervormingen binnen de EU met het oog op toekomstige uitbreidingen. Verschillende delegaties ondersteunden deze oproep, en pleitten onder andere voor het invoeren van meerderheidsbesluitvorming bij buitenlandbeleid. De Franse delegatie steunde de eerder door president Macron voorgestelde Europese Politieke Gemeenschap, dat volgens hen onterecht was opgevat als een alternatief voor lidmaatschap. De gemeenschap zou in aanloop naar EU-lidmaatschap een platform moeten bieden voor besprekingen over o.a. energie en handel.

  • Het lid Van Apeldoorn vroeg hoe vast kan worden gehouden aan de Kopenhagen-criteria nadat landen lid zijn geworden van de EU en hoe verwachtingen van kandidaat-lidstaten kunnen worden gemanaged, omdat lidmaatschap nog ver weg is. Zabarowksi gaf aan dat het inderdaad een lang proces is maar dat nu wel een goed moment is voor uitbreiding. Popowski gaf aan dat de Commissie in de uitbreidingsrapporten eerlijk probeert te zijn over de vooruitzichten. Ambassadeur Hřebíčková vroeg juist aandacht voor de invloed van Rusland in NAVO-lidstaten.

Sessie IV: Desinformatie en hybride bedreigingen, cyberverdediging

In de laatste sessie stonden desinformatie en hybride dreigingen centraal. Nathalie Loiseau, voorzitter van de Subcommissie Veiligheid en Defensie van het Europees Parlement, gaf aan dat de EU op dagelijkse basis wordt aangevallen, bijvoorbeeld door twijfel te zaaien over beleid en de beïnvloeding van verkiezingen. Buiten de grenzen van de EU zijn er staten en andere actoren die het imago van Europa proberen te beschadigen, bijvoorbeeld in de Sahel en de Arabische wereld.

Karel Řehka, commandant van de Generale Staf van de Tsjechische strijdkrachten, stelde dat het probleem met hybride dreigingen is dat ze vaak moeilijk en pas laat op te merken zijn en pleitte daarom voor een interinstitutionele en samenlevingsbrede aanpak. Ook pleitte hij voor het afbouwen van afhankelijkheden van China en deed hij een oproep aan EU-politici om veel beter te luisteren naar veiligheidsexperts, die dreigingen zoals die in Oekraïne hebben zien aankomen.

Lutz Güllner van de Europese Dienst voor Extern Optreden stelde dat hybride dreigingen te vaak worden benaderd als technisch vraagstuk, terwijl het om buitenland- en veiligheidspolitieke vraagstukken gaat. Hij was daarom voorstander van de nieuw opgerichte commissie voor buitenlandse inmenging (INGE) van het Europees Parlement en riep andere parlementen op eenzelfde commissie in te stellen. Güllner pleitte daarnaast voor het gebruik van de term «informatiemanipulatie» in plaats van «desinformatie», omdat die laatste term gepolitiseerd is. Tot slot riep Güllner op tot het oprichten van netwerken om hybride dreigingen tegen te gaan en het steunen van het maatschappelijk middenveld in de strijd tegen hybride dreigingen.

  • Het lid Agnes Mulder sprak haar steun uit voor Oekraïne en vroeg de sprekers om concrete voorbeelden van de bestrijding van hybride dreigingen die de aanwezigen zouden kunnen inspireren. Tijdens de discussie noemde Řehka als voorbeeld dat de EU zich in de Sahel niet blind zou moeten staren op het succes van het Russische narratief: het probleem is niet een goed Russisch narratief, maar het gebrek aan beter Europees narratief. De EU zou zich niet moet terugtrekken, maar juist moeten blijven. Loiseau noemde als voorbeeld het tegengaan van financiering van kanalen waarop desinformatie wordt verspreid door adverteerders die zich daar niet bewust van zijn.

Afsluiting

De conferentie werd afgesloten met dankwoorden van Lubomír Metnar, voorzitter van de Commissie Defensie van de Tsjechische Kamer van Afgevaardigden. De volgende Interparlementaire Conferentie voor het Gemeenschappelijk Buitenlands, Veiligheids- en Defensiebeleid zal plaatsvinden van 2 tot en met 4 maart 2023 in Stockholm, Zweden.

De delegatieleiders,

Agnes Mulder

Van Apeldoorn

De griffiers van de delegatie,

Bakker

Van Luijk

Dieudonné

Naar boven