33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen)

Nr. 50 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Ontvangen ter Griffie op 9 mei 2012.

De vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan op 9 juli 2012.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2012

Bij deze deel ik u mede dat het bovenvermelde besluit op 9 mei 2012 in het Staatsblad is gepubliceerd (Stb. 2012, 205).1

Ingevolge artikel III van het besluit treedt het in werking op het moment waarop het bij koninklijke boodschap van 22 december 2011 ingediende voorstel van wet tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) (Kamerstukken 33 129) tot wet is verheven en in werking treedt.

Op dit besluit is de procedure van artikel 70k van de Woningwet van toepassing. Wellicht ten overvloede wijs ik u erop dat de nahangperiode twee maanden duurt, te rekenen vanaf het moment van ontvangst van het ontwerpbesluit bij uw Kamer. Ingevolge aanwijzing 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving vindt ten minste drie vierde deel van deze nahangperiode buiten het meireces van uw Kamer plaats.

Bij deze verzoek ik u uw zienswijze vóór 1 juli 2012 kenbaar te maken.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven