33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen)

Nr. 37 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KARABULUT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 23

Ontvangen 5 april 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel C, wordt aan artikel 252a een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet stelt, na de beëindiging van de huurovereenkomst met de huurder of zijn rechtsopvolgers, de rekenhuur, bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet op de huurtoeslag, betreffende een woning, waarvan voorafgaand aan de verhoging dan wel verhogingen naar aanleiding van een voorstel dan wel voorstellen als bedoeld in het eerste lid de rekenhuur niet hoger lag dan het bedrag, bedoeld in artikel 13, lid 1, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, ten hoogste vast op het bedrag, bedoeld in artikel 13, lid 1, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, geldend op moment van aangaan van een huurovereenkomst met een nieuwe huurder van deze woning.

Toelichting

Dit amendement regelt dat woningcorporaties een vrijgekomen woning na verhoogde huurprijzen zoals wordt voorgesteld in de Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen, bij vertrek van de zittende huurder weer terug moeten brengen naar het niveau van voor deze verhoging(en) zodat de woning weer of nog steeds onder de voorraad sociale huurwoningen blijft vallen en niet kan worden geliberaliseerd. Hierdoor blijven de vrijgekomen woningen beschikbaar voor de lagere inkomensgroepen.

Karabulut

Naar boven