33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen)

Nr. 17 AMENDEMENT VAN HET LID MONASCH

Ontvangen 4 april 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

Aan artikel 250 lid 2 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het bedrag waarmee de huurprijs met meer dan het inflatiepercentage, bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdeel c van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte krachtens lid 1 is verhoogd, is verschuldigd totdat het huishoudinkomen bedoeld in artikel 252a lid 2 onderdeel b in de periode die is gelegen na het peiljaar bedoeld in onderdeel d van dat artikellid gelijk is aan of minder bedraagt dan het bedrag, genoemd in artikel 10 lid 2 van die wet.

II

In artikel II, onderdeel A, komt onderdeel 1 als volgt te luiden:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Na onderdeel b wordt, onder verlettering van de onderdelen c en d tot de onderdelen d en e, een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. inflatiepercentage:

het onmiddellijk voorafgaand aan de datum van 1 juli, ieder jaar in januari door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekendgemaakte percentage, waarmee de consumentenprijzen (alle huishoudens) ten opzichte van het aan die bekendmaking voorafgaande jaar zijn verhoogd;.

b. Onderdeel d (nieuw) komt te luiden:

d. Onze Minister:

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;.

Toelichting

De extra huurverhoging die gerekend wordt aan de huurder omdat deze meer dan 43 000 verdient, moet ongedaan worden gemaakt op het moment dat het inkomen daalt en onder deze grens komt te liggen.

Met dit amendement beoogt de PvdA fractie te bewerkstelligen dat huurders:

  • inzicht houden in de huurprijsontwikkeling zonder de extra huurstijging i.v.m. de omstandigheid dat het inkomen de 43 000 ontstijgt;

  • automatisch terugvallen op de huurprijs die gerekend zou worden als de huurder niet was belast met de extra huurprijsstijging ten gevolge van een inkomen boven de 43 000. Dit vanaf het moment dat de huurder en partner aantoonbaar kunnen maken dat de huurder minder dan 43 000 verdient;

  • het recht hebben om over het jaar waarin zij onder de 43 000 aan inkomsten hadden de extra betaalde huurstijging terug te vorderen van de verhuurder.

Monasch

Naar boven