33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen)

Nr. 15 AMENDEMENT VAN HET LID ORTEGA-MARTIJN

Ontvangen 4 april 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 252a, tweede lid, na «In dit artikel» ingevoegd: en in artikel 253.

II

In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 252a, derde lid, «wordt bij het voorstel een door de inspecteur op verzoek van die verhuurder aan deze afgegeven verklaring gevoegd» vervangen door: kan de huurder de inspecteur verzoeken een verklaring omtrent het huishoudinkomen te verstrekken.

III

In artikel I, onderdeel D, onderdeel 1, wordt na «met betrekking tot dat huishoudinkomen» ingevoegd: waaronder in ieder geval de verklaring als bedoeld in artikel 252a lid 3 wordt verstaan.

Toelichting

Dit amendement beoogt het aantal verzoeken bij de belastingdienst om een verklaring over het huishoudinkomen ten behoeve van een voorstel tot boveninflatoire huurverhoging aanzienlijk te beperken. Tevens beoogt dit amendement de privacy van de huurder die een voorstel voor een dergelijke huurverhoging krijgt beter te beschermen.

Hiertoe wordt voorgesteld dat niet de verhuurder, maar de huurder een aanvraag doet bij de belastingdienst over het huishoudinkomen. Hierdoor heeft de huurder de mogelijkheid eventuele fouten in de inkomensgegevens bij de belastingdienst te corrigeren alvorens de verhuurder de informatie krijgt. Bovendien kan de huurder ervoor kiezen akkoord te gaan met de boveninflatoire huurverhoging zonder dat hiervoor een verklaring van de belastingdienst wordt aangevraagd.

De huurder hoeft namelijk pas een verklaring bij de belastingdienst aan te vragen nadat de verhuurder heeft laten weten voornemens te zijn de huur boveninflatoir te laten stijgen. De huurder kan er op dat moment voor kiezen hiermee akkoord te gaan zonder verklaring van de belastingdienst te hoeven overleggen bijvoorbeeld als hij weet dat het huishoudinkomen in het peiljaar boven de 43 000 euro was of als hij niet wil dat zijn inkomensgegevens bekend worden bij de verhuurder. Als de huurder ook op andere gronden geen bezwaar maakt tegen de boveninflatoire huurverhoging dan kan de verhuurder deze huurverhoging doorvoeren.

Indien de huurder van mening is dat de extra huurverhoging niet is toegestaan dan kan de huurder genoemde verklaring bij de belastingdienst aanvragen. Indien de belastingdienst verklaard dat het huishoudinkomen in het peiljaar inderdaad lager was dan 43 000 euro, dan kan de huurder deze verklaring doorsturen naar de verhuurder als bewijs dat de extra huurverhoging niet is toegestaan.

Met deze procedure wordt de privacy van de huurder beter beschermd doordat in minder gevallen inkomensgegevens bekend worden bij de verhuurder. Bovendien heeft de verhuurder geen rechtstreekse toegang tot inkomensgegevens van de huurder bij de belastingdienst waardoor voorkomen wordt dat onbevoegden via de verhuurder toegang krijgen tot deze gegevens.

Ortega-Martijn

Naar boven