33 118 Omgevingsrecht

E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 9 september 2016

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening1 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 1 juli 20162, waarin zij vier ontwerpbesluiten aanbiedt die zijn gebaseerd op de Omgevingswet, te weten het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Omgevingsbesluit en het Besluit kwaliteit leefomgeving.

Naar aanleiding hiervan hebben zij de Minister op 12 juli 2016 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 8 september 2016 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, MILIEU EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu

Den Haag, 12 juli 2016

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 1 juli 20163, waarin u in het kader van de voorhangprocedure van artikel 23.5 van de Omgevingswet vier ontwerpbesluiten aanbiedt die zijn gebaseerd op de Omgevingswet, te weten het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Omgevingsbesluit en het Besluit kwaliteit leefomgeving. Gelijktijdig met het versturen van deze brief zijn de internetconsultatie en de formele toetsing van de ontwerpbesluiten gestart. In uw brief van 25 mei jl.4 heeft u laten weten dat u de Kamer in november, na afloop van de toetsing en consultatie, per brief «op hoofdlijnen» zult informeren over de uitkomsten van de consultatie en de gevolgen die het kabinet hieraan verbindt. Naar aanleiding van uw verzoek om vóór 27 september 2016 een procedure vast te stellen voor de behandeling van de ontwerpbesluiten bericht de commissie u als volgt.

Hoewel de leden van commissie oog hebben voor het belang van spoedige totstandkoming van het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht, kunnen zij zich niet vinden in de door u voorgestelde aanpak waarbij de internetconsultatie en de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure door elkaar gaan lopen. In de door u geschetste werkwijze zullen de leden van de commissie in november de kabinetsreactie «op hoofdlijnen» en de eventueel daarin opgenomen wijzigingen in de vier ontwerpbesluiten moeten leggen naast de tekst van de vier ontwerpbesluiten zoals ontvangen op 1 juli 2016. De commissie stelt vast dat u met deze procedure afwijkt van de gebruikelijke gang van zaken. Gebruikelijk is eerst de procedure van internetconsultatie af te ronden en de eventueel daaruit voortvloeiende aanpassingen die de regering wenselijk acht in een ontwerpbesluit te verwerken alvorens dit aan de Kamers aan te bieden in het kader de voorhangprocedure. De commissie verzoekt u met klem in voorliggend geval ook aldus te handelen met dien verstande dat de Kamer uiterlijk in november kan beschikken over aangepaste teksten van de ontwerpbesluiten, waarin alle wijzigingen zijn aangebracht die de regering wenselijk acht naar aanleiding van de toetsing en de internetconsultatie. De commissie verzoekt u voorts vervolgens de inhoudelijke behandeling van de vier aangepaste ontwerpbesluiten in het kader van de voorhangprocedure te faciliteren door voor de leden van de commissie desgewenst enkele technische briefings te verzorgen. Uitgaande van deze aanpak zegt de commissie u toe – onvoorziene omstandigheden voorbehouden – zich te zullen inspannen de door u gewenste afronding van de voorhangprocedure van de vier ontwerpbesluiten te realiseren vóór de geplande verkiezing van 15 maart 2017.

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk vrijdag 19 augustus 2016.

De Voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, Sent

BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2016

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van uw brief over de behandeling van de vier voorgehangen ontwerpbesluiten op grond van de Omgevingswet. Ik ben uw commissie erkentelijk dat zij zich zal inspannen om de afronding van de voorhang-procedure van de vier ontwerpbesluiten te realiseren vóór de geplande verkiezing van 15 maart 2017. Uw commissie stelt daarbij enkele vragen over de procedure en de verwerking van de reacties in het kader van de internetconsultatie. Graag voldoe ik aan uw verzoek om reactie.

Procedure

De ontwerpAMvB’s zijn, in overeenstemming met de artikelen 23.4 en 23.5 van de Omgevingswet, op internet gepubliceerd en aan beide Kamers van de Staten-Generaal gezonden. Op deze manier kan er vroegtijdig een breed maatschappelijk en politiek debat over de ontwerpregelgeving worden gevoerd. Deze waarborgen voor publieksparticipatie en voorhang bij het parlement zijn expliciet verankerd in de Omgevingswet. Deze bouwen voort op vergelijkbare bepalingen in de bestaande wetgeving, zoals artikel 6.25 van de Waterwet, artikel 8.13 van de Wet luchtvaart, artikel 21.6 van de Wet milieubeheer en de artikelen 4.3, 6.13 en 10.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Met de Omgevingswet is de uitvoering van de publieksparticipatie gemoderniseerd. Niet langer wordt voorpublicatie in de Staatscourant voorgeschreven maar op internet (www.internetconsultatie.nl).

Uw commissie stelt dat de procedure voor de ontwerpAMvB’s afwijkt van de gebruikelijke gang van zaken. De procedure voor de internetconsultatie zou moeten zijn afgerond voordat de stukken aan het parlement worden gezonden in het kader van de voorhangprocedure. Dat is echter ook op grond van de hiervoor genoemde bestaande wetgeving niet het geval. Zo schrijft artikel 6.25 van de Waterwet voor dat de stukken gelijktijdig moeten worden voorgepubliceerd en voorgehangen. In de bestaande omgevingsrechtelijke regelgeving is dit dan ook de gebruikelijke (wettelijk voorgeschreven) procedure. Die is niet voorbehouden aan het omgevingsrecht. Ook de modelbepaling in aanwijzing 37 van de Aanwijzingen voor de regelgeving schrijft gelijktijdige voorpublicatie en voorhang voor.

De gevolgde procedure in het kader van de voorbereiding van de ontwerpAMvB’s op grond van de Omgevingswet vormt dan ook geen uitzondering, maar sluit aan bij bestaande procedures en een reeds gevestigde praktijk.

Verwerking van consultatie-reacties

Uw commissie heeft aangegeven bij de behandeling behoefte te hebben aan inzicht in de verwerking van de ontvangen zienswijzen bij de internetconsultatie. U vraagt om op een later moment aangepaste versies aan de Kamer te zenden, waarin die zienswijzen zijn verwerkt. De ervaring met het proces van publieksparticipatie leert dat de reacties uiteenlopend van aard zullen zijn. In de reacties zullen de diverse belangen binnen de leefomgeving naar voren komen. Ook zullen die qua detailniveau sterk uiteenlopen. Om recht te doen aan alle ingediende zienswijzen is een zorgvuldig proces van ambtelijke voorbereiding nodig dat tijd vraagt. Daarbij zullen nauwgezet de juridische gevolgen en andere effecten van de ontvangen reacties en voorgestelde alternatieven moeten worden beoordeeld. Het op artikelniveau of in de nota van toelichting verwerken van die reacties in aangepaste versies zou betekenen dat de behandeling ernstig zou worden vertraagd, zonder dat in een parlementair debat politiek richting wordt gegeven aan de voorgenomen nieuwe regelgeving. Dat vind ik onwenselijk. Een vroegtijdige politieke sturing over de afzonderlijke belangen heen is van groot belang voor de bestendigheid en samenhang van het nieuwe stelsel.

Ik heb uiteraard begrip voor uw behoefte aan inzicht in de ontvangen reacties en de voorgenomen verwerking daarvan. Voor een goede behandeling van de ontwerpAMvB’s is het wenselijk dat u over de relevante informatie beschikt. Ik zal dan ook uw Kamer bij brief inhoudelijk informeren over de voorgenomen verwerking van de ontvangen zienswijzen. Daarin zal ik ook ingaan op de belangrijkste voorgenomen wijzigingen. Daarnaast voldoe ik graag aan uw verzoek om een technische briefing over de ontvangen zienswijzen. U kunt uiteraard naar aanleiding van deze brief en technische briefing een rondetafel-bijeenkomst organiseren met de inhoudelijk meest betrokken partijen. Op die manier wordt u breed geïnformeerd en kan een inhoudelijk debat over de verwerking van de zienswijzen gevoerd kan worden. Vanzelfsprekend zal ik in aanloop naar het debat u ook andere relevante informatie doen toekomen, waaronder de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden van de Tweede Kamer over de ontwerpAMvB’s. Conform het door de Tweede Kamer vastgestelde proces van behandeling verwacht ik die beantwoording in november te kunnen zenden.

De ontwerpAMvB’s zijn een belangrijke bouwsteen in het ontwerp van het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht. Na de verwerking van de resultaten van de parlementaire behandeling zullen de ontwerpregels voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden voorgelegd. In de nota van toelichting zullen, zoals gebruikelijk, ook de hoofdlijnen van de verwerking van de ontvangen zienswijzen worden beschreven. De advisering door de Afdeling wordt gevolgd door het nader rapport. De AMvB’s en het nader rapport zullen vervolgens aan het parlement worden gezonden (overeenkomstig artikel 23.5, vierde lid, van de Omgevingswet).

De stelselherziening is daarmee nog niet compleet. Zoals ook beschreven in de brief over de voortgang van de stelselherziening volgt nog de invoeringsregelgeving en enkele aanvullingswetsvoorstellen en -besluiten. Daarbij kunnen, zo nodig of wenselijk, ook wijzigingen of aanvullingen in de AMvB’s worden aangebracht. Ook bij de totstandkoming van die ontwerpregelgeving is uw Kamer betrokken.

Met het bovenstaande heb ik nadere informatie gegeven over het proces van de voorbereiding van de AMvB’s en de stelselherziening. Ik hoop dat u hiermee voldoende informatie heeft om het proces voor behandeling van de ontwerpAMvB’s vast te stellen en spreek nogmaals mijn dank uit voor uw inspanningen voor een voortvarende behandeling. Ik kijk er naar uit om het parlementaire debat hierover te kunnen voeren en gezamenlijk politiek richting te geven aan de keuzes en opzet van de nieuwe regels.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Samenstelling: Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Schrijver (PvdA), Sent (PvdA), (voorzitter), Vos (GL), Kops (PVV), Atsma (CDA), Dercksen (PVV), Van Dijk (SGP), Don (SP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), (vicevoorzitter), Van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Meijer (SP), Pijlman (D66), Schaper (D66), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Verheijen (PvdA) en Klip-Martin (VVD).

X Noot
2

Kamerstukken I 2015/16, 33 118, C

X Noot
3

Kamerstukken I 2015/16, 33 118, C

X Noot
4

Kamerstukken I 2015/16, 33 118, B, blz. 3

Naar boven