33 118 Omgevingsrecht

Nr. 294 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Ontvangen ter Griffie op 23 mei 2025.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 20 juni 2025.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 21 juni 2025.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2025

Hierbij bied ik, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, u aan het ontwerp-Verzamelbesluit Omgevingswet IenW bodem en water 2026 (hierna: het ontwerpbesluit). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting.

Het navolgende verdient aparte vermelding.

In het huidige ontwerpbesluit wordt nog voorzien in de introductie van een «informatieplicht» voor de toepassing van staalslakken. Dit onderdeel van het ontwerp zal worden aangepast conform de motie-Gabriëls c.s. van 9 april 20251 om op korte termijn een «meldplicht» in te voeren voor de toepassing van staalslakken; deze motie is door de Tweede Kamer aangenomen op 22 april 2025. Dit ontwerpbesluit wordt aangewend om uitvoering te geven aan deze motie. Het ontwerpbesluit en de nota van toelichting zullen daar gedurende de voorhangprocedure op worden aangepast. Het ontwerp was al voorbereid voor behandeling in de ministerraad. Gelet op de wens tot zo spoedig mogelijke inwerkingtreding is gekozen voor aanpassing van het ontwerp gedurende de voorhangprocedure.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure op grond van artikel 23.5 van de Omgevingswet en biedt de Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de hiervoor aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een gelijkluidende brief wordt ook gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Ch.A. Jansen


X Noot
1

Kamerstuk 28 684, nr. 774.

Naar boven