33 118 Omgevingsrecht

Nr. 240 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Ontvangen ter Griffie op 18 november 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 16 december 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 17 december 2022.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag 18 november 2022

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Besluit omgevingsrecht in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht. Het ontwerpbesluit heeft materieel dezelfde inhoud als het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor milieubelastende activiteiten en het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht voor utiliteitsgebouwen en enkele andere wijzigingen. Beide wijzigingsbesluiten zijn op 21 oktober jl. in het kader van de voorhang aan uw Kamer toegezonden. Het ontwerpbesluit is geen vervanging van deze wijzigingsbesluiten, maar hiermee worden voorbereidingen getroffen om de actualisatie van de energiebesparingsplicht op 1 juli 2023 in te voeren voor het geval het stelsel van de Omgevingswet niet op die datum in werking treedt. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer en artikel 7.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Ter voldoening aan artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer is het ontwerpbesluit in de Staatscourant bekend gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven om binnen vier weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven