33 118 Omgevingsrecht

Nr. 239 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Ontvangen ter Griffie op 15 november 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 13 december 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 14 december 2022.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2022

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumeisen voor hergebruik van water (PbEU 2020, L 177) (Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure van artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer en artikel 23.5, eerste lid, van de Omgevingswet en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Ter voldoening aan artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer is het ontwerpbesluit in de Staatscourant bekend gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven om binnen vier weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven