Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2022
De Eerste Kamer heeft het Adviescollege ICT-toetsing verzocht een advies uit te brengen
over de haalbaarheid van de datum van 1 juli 2022 voor inwerkingtreding van de Omgevingswet
(Ow) in het licht van de technische werking van de Landelijke Voorziening Digitaal
Stelsel Omgevingswet (DSO-LV). Het Adviescollege heeft deze toets inmiddels afgerond
en aan de Eerste Kamer aangeboden. Ook ik heb het advies van het Adviescollege ontvangen.
Hierbij ontvangt u van mij dit advies1.
Onafhankelijke adviezen door experts zijn van grote waarde omdat hiermee de geluiden
van alle betrokken partijen gewogen kunnen worden. Ik wil daarom mijn waardering uitspreken
voor het Adviescollege ICT-Toetsing dat zich heeft ingespannen om hun beeld over de
technische stand van zaken met betrekking tot het Digitale Stelsel Omgevingswet in
zeer korte tijd bij u te brengen.
Eerdere adviezen zijn richtinggevend geweest voor de ontwikkeling van het Digitale
Stelsel Omgevingswet en ik verwacht dat ook dit advies voor de bestuurlijke partners
en mijzelf richtinggevend zal zijn in de werkzaamheden die alle partijen nog te doen
hebben.
Ik zal de inhoud van dit advies grondig bestuderen en betrekken in het overleg dat
ik met mijn bestuurlijke partners VNG, IPO, UvW en Rijk voer over de implementatie
van de Omgevingswet.
Ik constateer dat het Adviescollege het besluit om niet vast te houden aan de datum
van 1 juli 2022 voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, een verstandige vindt.
De voorbereidingen op de invoering van de Omgevingswet zijn nog niet bij alle betrokken
partijen ver genoeg gevorderd. Deze zorg deel ik en onderschrijf ik. Daarom heb ik
uw Kamer eerder al op de hoogte gebracht dat ik de datum van 1 juli 2022 heb losgelaten.
Momenteel bezie ik samen met mijn bestuurlijke partners VNG, IPO, UvW en Rijk of de
datum van 1 oktober 2022 of die van 1 januari 2023 voor inwerkingtreding het beste
past.2 Daarbij blijft voor mij voorop staan dat de dienstverlening aan inwoners en bedrijven
niet het geding komt en de gebiedsontwikkeling ongehinderd doorgang kan blijven hebben.
Hiervoor is het essentieel dat bevoegd gezagen voldoende tijd hebben om met de digitale
systemen te oefenen. Daarvoor zullen deze systemen op tijd gereed moeten zijn.
In de te maken afweging over de inwerkingtredingsdatum en de kritiek pad-planning
die daarbij hoort, zullen wij ons baseren op het advies van AC-ICT, de bevindingen
van de ronde langs de softwareleveranciers en de bevoegd gezagen. De mogelijke beheersmaatregelen
laat ik daarbij valideren door een onafhankelijk bureau, dat mee onder de motorkap
kijkt.
Uiterlijk in de maand februari zal ik u mijn beleidsreactie op het AC-ICT advies toesturen,
en daarbij de nieuwe datum voor inwerkintreding van de Omgevingswet kiezen.
Intussen is het is van groot belang dat alle betrokken partijen de extra tijd volop
benutten om het DSO als stelsel robuuster te maken en dat alle inspanningen vol worden
doorgezet.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge