33 118 Omgevingsrecht

Nr. 165 MOTIE VAN HET LID VAN EIJS

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 25 november 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in 2016 het Rijk en koepels overeen zijn gekomen dat de investeringskosten van het DSO komen voor rekening van het Rijk en individuele overheden hun eigen invoeringskosten dragen;

overwegende dat de financiële gevolgen van de Omgevingswet voor de decentrale overheden nog onbekend zijn en een integraal financieel beeld met de verwachte kosten en baten verschijnt in het eerste kwartaal van 2021;

constaterende dat gemeenteraden en raadsleden de complexe taak hebben een omgevingsplan en -visie te beoordelen;

overwegende dat voor de beoordeling van een omgevingsplan en -visie veel tijd en kennis nodig is;

overwegende dat over de beschikbare middelen zorgen leven bij de decentrale overheden;

verzoekt de regering, om in overleg met de decentrale overheden zorg te dragen voor voldoende middelen voor het invoeren van de Omgevingswet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Eijs

Naar boven