33 115 Regels voor de opslag duurzame energie (Wet opslag duurzame energie)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 november 2012

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

1. Het tarief voor de opslag duurzame energie bedraagt voor:

a. aardgas, met uitzondering van aardgas als bedoeld in de onderdelen b en c en het tweede lid, met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule per Nm³ voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van twaalf maanden per aansluiting dat:

1°. niet hoger is dan 170 000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0023 in 2013, € 0,0046 in 2014 en € 0,0069 in 2015;

2°. hoger is dan 170 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 1 000 000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0009 in 2013, € 0,0017 in 2014 en € 0,0026 in 2015;

3°. hoger is dan 1 000 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 10 000 000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0003 in 2013, € 0,0005 in 2014 en € 0,0008 in 2015;

4°. hoger is dan 10 000 000 kubieke meter, per kubieke meter voor niet-zakelijk verbruik € 0,0002 in 2013, € 0,0004 in 2014 en € 0,0005 in 2015;

5°. hoger is dan 10 000 000 kubieke meter, per kubieke meter voor zakelijk verbruik € 0,0002 in 2013, € 0,0004 in 2014 en € 0,0005 in 2015;

b. aardgas met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule per Nm³ dat wordt geleverd aan een verbruiker die dat aardgas gebruikt voor een installatie voor blokverwarming, niet zijnde een installatie voor stadsverwarming waarbij grotendeels gebruik wordt gemaakt van restwarmte, per kubieke meter € 0,0023 in 2013, € 0,0046 in 2014 en € 0,0069 in 2015;

c. aardgas met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule per Nm³ voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten als bedoeld in post a 32 van de bij de Wet op de omzetbelasting 1968 behorende Tabel I, voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van twaalf maanden per aansluiting dat:

1°. niet hoger is dan 170 000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0004 in 2013, € 0,0007 in 2014 en € 0,0011 in 2015;

2°. hoger is dan 170 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 1 000 000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0004 in 2013, € 0,0009 in 2014 en € 0,0013 in 2015;

3°. hoger is dan 1 000 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 10 000 000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0003 in 2013, € 0,0005 in 2014 en € 0,0008 in 2015;

4°. hoger is dan 10 000 000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0002 in 2013, € 0,0004 in 2014 en € 0,0005 in 2015.

B

Artikel 3, onderdeel e, komt te luiden:

e. hoger is dan 10 000 000 kWh, per kWh voor zakelijk verbruik € 0,000017 in 2013, € 0,000034 in 2014 en € 0,000051 in 2015.

TOELICHTING

Deze nota van wijziging strekt tot aanpassing van de tarieven van de opslag duurzame energie ten aanzien van het verbruik van aardgas. Voor de leesbaarheid wordt artikel 2, eerste lid, opnieuw vastgesteld. Reden voor de aanpassing is de wijziging van Wet belastingen op milieugrondslag door de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013, die in juli 2012 tot stand is gekomen en per 1 januari 2013 in werking zal treden.

In dat akkoord zijn de belastingschijven voor aardgas van 0 – 5000 kubieke meter en van 5000 – 170 000 kubieke meter samengevoegd tot een nieuwe belastingschijf van 0 – 170 000 kubieke meter aardgas. Met deze nota van wijziging wordt deze wijziging vertaald naar voorliggend wetsvoorstel. Hierdoor worden extra uitvoeringskosten voor de belastingdienst en nalevingskosten voor de energiebedrijven tot een minimum beperkt.

Tevens worden de tarieven voor het verbruik van elektriciteit van meer dan 10 000 000 kWh gewijzigd. Deze tarieven bedragen afgerond € 0,00, en zijn als € 0,00 in artikel 3, onderdeel e, van het wetsvoorstel opgenomen. Dit zou kunnen worden geïnterpreteerd als een nihiltarief. Omdat hier geen sprake is van een nihiltarief, worden de tarieven vanaf een elektriciteitsverbruik van 10 miljoen kWh per kWh vastgesteld op € 0,000017 in 2013, € 0,000034 in 2014 en € 0,000051 in 2015. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor bedrijven die worden aangemerkt als energie-intensief en die convenantsafspraken hebben gesloten met de rijksoverheid. Deze bedrijven worden, door de overeenkomstige toepassingverklaring van artikel 65 van de Wet belastingen op milieugrondslag in artikel 1 van dit wetsvoorstel, vrijgesteld van de opslag duurzame energie.

De Minister van Economisch Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen