33 112 Wijziging van de Gemeentewet, de Wet wapens en munitie en de Politiewet 2012 (verruiming fouilleerbevoegdheden)

G VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 2 mei 2014

In haar vergadering van 18 maart 2014 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie1 kennisgenomen van de nadere memorie van antwoord bij het wetsvoorstel inzake de verruiming van fouilleerbevoegdheden (33 112). Naar aanleiding hiervan heeft zij de Minister van Veiligheid en Justitie op 25 maart 2014 verzocht om een afschrift te sturen van een brief aan de Nationale Ombudsman tijdig voor de plenaire behandeling van het wetsvoorstel op 13 mei 2014.

De Minister heeft op 30 april 2014 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Den Haag, 25 maart 2014

In haar vergadering van 18 maart 2014 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie kennisgenomen van de nadere memorie van antwoord bij het wetsvoorstel inzake de verruiming van fouilleerbevoegdheden (33 112). Zij acht de schriftelijke behandeling van het wetsvoorstel thans voldoende voorbereid en heeft eindverslag uitgebracht.

In de nadere memorie van antwoord zegt de regering toe binnenkort een afschrift van een brief aan de Nationale ombudsman naar de Kamer te sturen, waarin zij reageert op een aanbeveling inzake gecombineerde acties.2 De commissie wenst het toegezegde afschrift tijdig voorafgaand aan de plenaire beraadslaging van het voorstel, voorzien op 13 mei 2014, te ontvangen.

Vice-voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, S.C. van Bijsterveld

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 april 2014

Hierbij doe ik u toekomen, zoals gevraagd in uw brief van 25 maart jl. (kenmerk 154691.u), een afschrift van de brief aan de Nationale ombudsman3 waarin ik ben ingegaan op het rapport van de Nationale ombudsman betreffende gecombineerde acties.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Thissen (GL), Witteveen (PvdA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vice-voorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Schouwenaar (VVD), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Koole (PvdA), Schrijver (PvdA), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV), Swagerman (VVD)

X Noot
2

Kamerstukken I 2013–2014, 33 112, E, p. 5.

X Noot
3

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 154691.01

Naar boven