33 105 EU-voorstel: Europees Globaliseringsfonds (2014–2020) [COM(2011)608]

A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2011

Op 6 oktober 2011 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014–2020).1 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit voorstel aan de orde gesteld in haar vergadering van 29 november 2011. De commissie heeft daarbij onder meer gesproken over het voornemen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer, inhoudende dat het voorstel niet voldoet aan de beginselen van subsidiariteit zoals genoemd in artikel 5 van het EU-verdrag en het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.

Op 25 oktober 2011 heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer besloten een subsidiariteitsbezwaar in te dienen. De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in meerderheid besloten het oordeel van de Tweede Kamercommissie te volgen. Zij adviseert dat ook de Eerste Kamer het oordeel overneemt. Tevens stelt zij voor dat de Eerste Kamer zich aansluit bij de bijgevoegde conceptbrief van de Tweede Kamer, opdat door de beide Kamers der Staten-Generaal gezamenlijk een gemotiveerd advies2 aan de Europese Commissie kan worden verstuurd.3

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Dr. Joyce Sylvester

concept

Aan:

De heer José Manuel Barroso

Voorzitter van de Europese Commissie

B – 1049 Brussel

België

Den Haag, .......

Betreft: Gemotiveerd advies (subsidiariteit) over Verordening Europees Globaliseringsfonds 2014–2020 COM(2011) 608

Ons kenmerk: [uniek vetnummer]

Geachte heer Barrosso,

De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde procedure, het bovengenoemde voorstel getoetst aan het beginsel van subsidiariteit. Daarmee is toepassing gegeven aan artikel 5 EU-Verdrag en Protocol 2 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

Met deze brief stel ik u in kennis van het oordeel van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Identieke brieven zijn gezonden aan het Europees Parlement, de Raad en de Nederlandse regering.

De Tweede Kamer der Staten-Generaal is van oordeel dat de Europese Commissie onvoldoende heeft aangetoond dat het voorstel voldoet aan de beginselen van subsidiariteit. Het ondersteunen van werknemers die hun baan (dreigen te) verliezen is naar de mening van de Tweede Kamer een taak die primair bij de lidstaten hoort te liggen.

De Tweede Kamer is er dan ook niet van overtuigd dat het voorstel aan het subsidiariteitsbeginsel voldoet. Het enige door de Europese Commissie op grond van artikel 175, derde alinea, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie aangevoerde argument – dat solidariteit niet op het niveau van de lidstaten kan worden bereikt – is niet voldoende, niet uitgewerkt en daarmee niet overtuigend.

De Tweede Kamer is daarom van mening dat het voorstel onvoldoende meerwaarde heeft ten opzichte van andere Europese instrumenten en ten opzichte van nationale verantwoordelijkheden en inspanningen.

Daarom is deze verordening (COM (2011) 608) volgens de Tweede Kamer der Staten-Generaal strijdig met het beginsel van subsidiariteit.

Hoogachtend,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

Gerdi A. Verbeet


X Noot
1

COM(2011)608. Zie ook dossier E110077 op www.europapoort.nl

X Noot
2

Als bedoeld in artikel 6 van het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.

X Noot
3

Met afschriften aan het Europees Parlement, de Raad en de Nederlandse regering.

Naar boven