Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2021
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in de procedurevergadering
van 23 september 2021 gesproken over de brief van de heer M. met betrekking tot monopolie
op de schoolboekenmarkt. De commissie heeft mij verzocht om deze brief van een reactie
te voorzien.
In zijn brief vraagt de heer M. aandacht voor het gebrek aan concurrentie en gespecialiseerde
aanbieders op de leermiddelenmarkt. Daarnaast roept de heer M. op om scholen toe te
staan boeken verkaveld in te kopen, bijvoorbeeld per vakgebied, en het daarmee mogelijk
te maken dat de aanschaf van boeken buiten de verplichte Europese aanbestedingen vallen.
Deze zaken zijn met de heer M. besproken in een persoonlijk gesprek. Met deze brief
ga ik nader in op de constateringen van de briefschrijver, op de initiatieven die
reeds lopen en de mogelijke aanvullingen die nog nodig zijn.
De ontwikkelingen op de leermiddelenmarkt hebben mijn aandacht. Recent is de derde
evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken (WGS) gepubliceerd (Kamerstuk 33 088, nr. 6) Deze evaluatie bevestigt het beeld van een geconsolideerde markt. Binnen deze markt
zijn scholen vrij in hun inhoudelijke keuzes voor lesmethoden en lesmateriaal. Dit
vloeit voort uit het recht op de «vrijheid van onderwijs» dat als grondrecht is vastgelegd
in artikel 23 van de Grondwet. Scholen hebben de mogelijkheid om hun lesmateriaal
per product, productgroep of als totaalpakket (all-in-one) in te kopen.Dit kunnen
zij ook doen bij kleinere gespecialiseerde aanbieders. Als publiekrechtelijke instelling
zijn scholen bij de inkoop van producten en diensten die boven de aanbestedingsnorm
vallen echter wel gebonden aan aanbestedingsregels. Scholen mogen dus niet verkavelen
om aanbestedingsregels te omzeilen.
Ik onderschrijf het belang van een situatie waarbij meer competitie op prijs en kwaliteit
plaatsvindt op de leermiddelenmarkt. De wijze waarop scholen aanbesteden heeft gevolgen
voor de diversiteit in de markt. De evaluatie van de WGS laat een positieve ontwikkeling
zien: scholen gaan professioneler inkopen en trekken steeds vaker gezamenlijk op naar
de marktpartijen. Door gezamenlijk aanbesteden kunnen scholen hun behoeften duidelijker
kenbaar maken aan marktpartijen en daardoor meer invloed uitoefenen. De coöperatie
SIVON past aanbestedingswijzen toe waarin de schoolbesturen hun vraag scherp articuleren
zodat grote en kleine marktpartijen hun aanbod goed kunnen afstemmen op wat het onderwijs
nodig heeft. SIVON streeft daarbij naar keuzevrijheid voor scholen en houdt pluriformiteit
van het aanbod in het oog. Tevens behartigt SIVON de belangen van scholen naar individuele
leveranciers en voert contract- en leveranciersmanagement namens en met scholen. Dit
zijn belangrijke stappen in de professionalisering van scholen en hun positie aan
de vraagzijde van de markt.
Het is primair aan uitgevers, schoolbesturen, scholen en leraren om de professionele
dialoog over de pluriformiteit, inhoud, vorm, kwaliteit en prijs van leermiddelen
te voeren. Ik ben in gesprek met de GEU (de vereniging waarbij zo’n 35 educatieve
uitgevers zijn aangesloten, die samen 95 procent van de markt bedienen), SIVON, de
PO-Raad en de VO-raad en SLO om deze professionele dialoog op een constructieve en
weloverwogen manier te stimuleren. Daarbij kijk ik met deze partijen onder meer naar
de beschikbare inzichten over de effectiviteit van lesmethoden en de wijze waarop
deze kennis verankerd kan worden in het aanbod van lesmateriaal. Ook expertise van
leraren wil ik daarbij benutten. Op deze wijze ondersteun ik, conform de motie van
de leden Kwint en Peters, de scholen bij het gebruik van evidence-informed lesmethoden
(Kamerstuk 28 760, nr. 110).
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob