Artikel I van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef wordt vervangen door:
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
B
Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, komt te luiden:
1. Het aantal wethouders bedraagt:
2 in een gemeente beneden de 10.001 inwoners;
3 in een gemeente van 10.001–25.000 inwoners;
4 in een gemeente van 25.001–35.000 inwoners;
5 in een gemeente van 35.001–60.000 inwoners;
6 in een gemeente van 60.001–80.000 inwoners;
7 in een gemeente van 80.001–200.000 inwoners;
8 in een gemeente boven de 200.000 inwoners.
2. In het vijfde lid wordt «bedoeld in het eerste en het derde lid» vervangen door:
bedoeld in het derde lid.
3. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Vermeerdering of vermindering van het aantal wethouders, voortvloeiende uit wijziging
van het aantal inwoners van de gemeente, treedt eerst in bij de eerstvolgende benoeming
van de wethouders, bedoeld in artikel 35, eerste lid, die plaatsvindt na de eerstvolgende
periodieke verkiezing van de raad.
Toelichting
Met deze nota van wijziging geeft de initiatiefnemer uitvoering aan hetgeen de Afdeling
advisering van de Raad van State in zijn advies heeft aangegeven. Het aantal wethouders
wordt, net als het aantal raadsleden, vastgelegd in de wet.
Het aantal wethouders dat een gemeente mag benoemen is nu nog gekoppeld aan de omvang
van de gemeenteraad: maximaal een vijfde van het aantal raadsleden, waarbij het aantal
naar het dichtstbijzijnde gehele getal wordt afgerond. Het feitelijke aantal wethouders
wordt door de gemeenteraden zelf bepaald. Aangezien het voorliggend wetsvoorstel beoogt
het aantal raadsleden terug te brengen, zal deze reductie ook gevolgen hebben voor
het wettelijk maximum van het aantal aan te stellen wethouders. Echter de gevolgen
zouden in de praktijk lang niet altijd merkbaar zijn, daar de meeste gemeenten er
vanaf hebben gezien om het toegestane maximum aan wethouders daadwerkelijk aan te
stellen. Met uitzondering van gemeenten beneden de 6000 inwoners, blijft het totaal
aantal wethouders in alle andere gemeentecategorieën beneden het toegestane maximum.
In 2010 kende Nederland in totaal 1501 wethouders daar waar het wettelijk maximum
1837 bedroeg. Daarom acht de indiener een vermindering van dit wettelijk maximum verantwoord
en kiest hij er voor om dit in de wet vast te leggen. Door het lager gestelde maximum
kan het aantal wethouders per gemeente niet boven het huidige aantal uitstijgen. De
bestuurskosten kunnen daarmee beperkt blijven en, in het geval het in enkele gemeenten
leidt tot minder wethouders, zelfs dalen. De kleinste gemeenten behouden het huidig
maximum aantal van 2 wethouders.
Heijnen