33 084 Voorstel van wet van het lid Heijnen tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden tot op het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 december 2012

Artikel I van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef wordt vervangen door:

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

B

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, komt te luiden:

1. Het aantal wethouders bedraagt:

2 in een gemeente beneden de 10.001 inwoners;

3 in een gemeente van 10.001–25.000 inwoners;

4 in een gemeente van 25.001–35.000 inwoners;

5 in een gemeente van 35.001–60.000 inwoners;

6 in een gemeente van 60.001–80.000 inwoners;

7 in een gemeente van 80.001–200.000 inwoners;

8 in een gemeente boven de 200.000 inwoners.

2. In het vijfde lid wordt «bedoeld in het eerste en het derde lid» vervangen door: bedoeld in het derde lid.

3. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Vermeerdering of vermindering van het aantal wethouders, voortvloeiende uit wijziging van het aantal inwoners van de gemeente, treedt eerst in bij de eerstvolgende benoeming van de wethouders, bedoeld in artikel 35, eerste lid, die plaatsvindt na de eerstvolgende periodieke verkiezing van de raad.

Toelichting

Met deze nota van wijziging geeft de initiatiefnemer uitvoering aan hetgeen de Afdeling advisering van de Raad van State in zijn advies heeft aangegeven. Het aantal wethouders wordt, net als het aantal raadsleden, vastgelegd in de wet.

Het aantal wethouders dat een gemeente mag benoemen is nu nog gekoppeld aan de omvang van de gemeenteraad: maximaal een vijfde van het aantal raadsleden, waarbij het aantal naar het dichtstbijzijnde gehele getal wordt afgerond. Het feitelijke aantal wethouders wordt door de gemeenteraden zelf bepaald. Aangezien het voorliggend wetsvoorstel beoogt het aantal raadsleden terug te brengen, zal deze reductie ook gevolgen hebben voor het wettelijk maximum van het aantal aan te stellen wethouders. Echter de gevolgen zouden in de praktijk lang niet altijd merkbaar zijn, daar de meeste gemeenten er vanaf hebben gezien om het toegestane maximum aan wethouders daadwerkelijk aan te stellen. Met uitzondering van gemeenten beneden de 6000 inwoners, blijft het totaal aantal wethouders in alle andere gemeentecategorieën beneden het toegestane maximum. In 2010 kende Nederland in totaal 1501 wethouders daar waar het wettelijk maximum 1837 bedroeg. Daarom acht de indiener een vermindering van dit wettelijk maximum verantwoord en kiest hij er voor om dit in de wet vast te leggen. Door het lager gestelde maximum kan het aantal wethouders per gemeente niet boven het huidige aantal uitstijgen. De bestuurskosten kunnen daarmee beperkt blijven en, in het geval het in enkele gemeenten leidt tot minder wethouders, zelfs dalen. De kleinste gemeenten behouden het huidig maximum aantal van 2 wethouders.

Heijnen

Naar boven