33 073 Voorstel van wet van het lid Heijnen tot opneming van bepalingen in de Gemeentewet en de Provinciewet ten einde te kunnen korten op de vergoeding van spookvertegenwoordigers (Wet aanpak spookvertegenwoordigers)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen op grond waarvan kan worden gekort op de vergoeding die spookleden van gemeenteraden en gedeputeerde staten ontvangen voor hun lidmaatschap;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 95 van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Bij de verordening, bedoeld in de eerste volzin, wordt in elk geval geregeld dat de raad, onderscheidenlijk de deelraad, met een meerderheid van ten minste tweederde van het aantal leden, de vergoeding van een lid van de raad, onderscheidenlijk van de deelraad, telkens voor een periode van maximaal een jaar tot nihil kan verlagen, indien dat lid gedurende een jaar niet aanwezig is geweest bij meer dan de helft van de in dat jaar gehouden vergaderingen van de raad, onderscheidenlijk van de deelraad, en hij daar naar het oordeel van de raad, onderscheidenlijk van de deelraad, geen goede reden voor heeft aangevoerd. Ten aanzien van de deelraad bepaalt de raad, bij verordening, in welke gevallen sprake is van een tweederde meerderheid in de deelraad, als bedoeld in de vorige volzin.

2. Aan het vierde lid wordt, na «te stellen regels» een zinsnede ingevoegd, luidende: , die in elk geval bepalen in welke gevallen sprake is van een tweederde meerderheid in de raad, als bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL II

Artikel 93 van de Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Bij de verordening, bedoeld in de eerste volzin, wordt in elk geval geregeld dat provinciale staten, met een meerderheid van ten minste tweederde van het aantal leden, de vergoeding van een lid van provinciale staten, telkens voor een periode van maximaal een jaar, tot nihil kunnen verlagen, indien dat lid gedurende een jaar niet aanwezig is geweest bij meer dan de helft van de in dat jaar gehouden vergaderingen van provinciale staten, en hij daar naar het oordeel van provinciale staten geen goede reden voor heeft aangevoerd.

2. Aan het vierde lid wordt, na «te stellen regels» een zinsnede ingevoegd, luidende: , die in elk geval bepalen in welke gevallen sprake is van een tweederde meerderheid, als bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanpak spookvertegenwoordigers.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven