33 065 Wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met aanpassing van de dienstverlening van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan werkgevers en werkzoekenden en de opheffing van de Raad voor werk en inkomen als publiekrechtelijke rechtspersoon met een wettelijke taak en van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de inzet van het re-integratiebudget Werkloosheidswet en van loonkostensubsidies

F BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2012

Bij afwezigheid van de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid doe ik u onderstaande toekomen, zodat u dit ontvangt voordat u stemt over het voorstel van wet tot wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI), Werkloosheidswet (WW) e.a. (33 065).

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel op 24 april heeft de minister zijn waardering en vertrouwen uitgesproken over de prestaties die UWV levert ondanks de personeelsreductie die nu en ook de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Daarbij gaf hij aan dat er in 2003 nog 20 000 formatieplaatsen bij UWV waren en dat dat er nu 17 000 zijn. Door uw Kamerlid Thissen werd daarover opgemerkt dat de cijfers hoger zijn als rekening wordt gehouden met de formatieplaatsen van het CWI. De Minister heeft toegezegd hierop terug te komen indien daar aanleiding voor is.

De door de minister gebruikte cijfers waren – zoals de heer Thissen al vermoedde – exclusief het CWI. De prestaties zijn inderdaad nog indrukwekkender indien ook rekening wordt gehouden met de formatieplaatsen van het CWI. Hieronder ziet u het verloop van de personeelsomvang van UWV wanneer ook het CWI wordt meegenomen. De cijfers zijn gebaseerd op jaarverslagen.

	2003	2005	2009	2011
fte gemiddeld	24 281	22 243	17 113	17 177

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom