33 065 Wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met aanpassing van de dienstverlening van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan werkgevers en werkzoekenden en de opheffing van de Raad voor werk en inkomen als publiekrechtelijke rechtspersoon met een wettelijke taak en van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de inzet van het re-integratiebudget Werkloosheidswet en van loonkostensubsidies

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2012

Inleiding

Tijdens de plenaire behandeling op 16 februari 2012 van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet SUWI (33 065) (Handelingen II, 2011/12, nr. 55) is door het Kamerlid Van Hijum (CDA) een motie ingediend (Kamerstuk 33 065, nr. 10). In deze motie wordt de regering verzocht om parallel aan de afbouw van de dienstverlening door UWV, te bevorderen dat de van-werk-naar-werk bemiddeling door werkgevers in de regio’s wordt geïntensiveerd.

Met deze brief informeer ik u over de actuele stand van zaken van de 9 experimenten van-werk-naar-werk waaraan ik op 1 december 2010 financiële ondersteuning heb toegekend. Doel van deze ondersteuning is te onderzoeken of (samenwerkende) werkgevers en werknemers een meer directe rol kunnen spelen bij de van-werk-naar-werk bemiddeling van met ontslag bedreigde of tijdens de duur van het project werkloos geworden werknemers. Hierbij wordt onderzocht of de projecten aansprekende resultaten laten zien bij de herplaatsing of re-integratie bij een andere werkgever dan wel bij de toeleiding naar zelfstandig ondernemerschap.

Looptijd projecten

Op basis van het Tijdelijk besluit van-werk-naar-werk kennen de 9 projecten een looptijd tot 1 december 2011 (één jaar na datum toekenning middelen).

Doordat meerdere projecten de eerste maanden nodig hebben gehad om de projectstructuur en de netwerkstructuur op te zetten, is de feitelijk met het besluit beoogde experimenteertijd van één jaar niet ten volle benut. Besloten is daarom de projectduur te verlengen tot 1 maart 2012 waardoor projecten beter in staat zijn de projectdoelstellingen te bereiken.

Voor zover re-integratietrajecten (waaronder scholing) voor individuele werknemers nog niet zijn afgerond op 1 maart 2012, worden deze nog onder verantwoordelijkheid van het project voortgezet. Hierdoor zal de looptijd van de projecten kunnen doorlopen tot na 1 maart 2012.

Onderzoek

De uitvoering van de projecten wordt door een onderzoeksbureau gemonitord om vast te kunnen stellen wat succes- en faalfactoren zijn. Door de verlenging van de projecten tot 1 maart 2012 is op dit moment nog niet aan te geven wat de succes- en faalfactoren van de experimenten zijn.

Uit de monitoring blijkt al wel dat de verlenging van de looptijd van de projecten nuttig is. De laatste maanden is nog een flink aantal deelnemers in de projecten ingestroomd, waardoor de meeste experimenten hun instroomdoelstelling halen.

Door de verlenging van de projecten met drie maanden verschuift ook de termijn voor de oplevering van de eindrapportage met drie maanden. Daarom wordt de eindrapportage rond oktober 2012 verwacht.

Om uw Kamer te kunnen informeren over tussenresultaten heb ik aan het onderzoeksbureau gevraagd om uiterlijk 1 juni 2012 een tussenrapportage op te leveren. Over de uitkomsten zal ik uw Kamer voor de zomer informeren.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Naar boven