33 047 Bestuur en bestuurlijke inrichting

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2013

De open overlegfase van de arhi-procedure voor de voorgenomen samenvoeging van de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht is afgerond per 1 mei 2013. In de tijdsplanning zoals ik die eerder heb voorgelegd, is de vervolgstap dat een concept wetsvoorstel inclusief memorie van toelichting ter inzage wordt gelegd. Dit zou gebeuren per 1 mei 2013 opdat betrokkenen tot en met 31 juli 2013 hun zienswijze kunnen geven. De open overlegfase heeft veel relevante opvattingen, wensen, suggesties en voorwaarden opgeleverd waar in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting op zal worden teruggekomen. Er zijn er echter enkele die gevolgen hebben voor de tijdsplanning, en om die reden leg ik die reeds nu aan u voor.

De twee belangrijkste en meest gehoorde kritische kanttekeningen zijn dat de tijdsplanning te krap is en dat de taken van een door samenvoeging nieuw te vormen provincie nader dienen te worden ingevuld en aangevuld. Ik wil aan deze commentaren tegemoet komen en doe dat aan de hand van de volgende drie punten:

  • 1. Om tegemoet te komen aan de kritiek op de krappe tijdsplanning wordt de voorgenomen datum van herindeling verschoven van 26 maart 2015 naar 1 januari 2016. Dit heeft tot gevolg dat bij de verkiezing voor provinciale staten van maart 2015 nog gestemd zal worden voor de provinciale staten van de drie nu bestaande provincies. Daarom zullen na het besluit tot samenvoeging tussentijdse herindelingverkiezingen gehouden worden. Hierbij zij aangetekend dat deze herindelingverkiezing geen consequentie heeft voor de samenstelling en zittingsduur van de Eerste Kamer. Tegenover het nadeel van de noodzaak tot het houden van een herindelingverkiezing staat het voordeel dat politieke partijen meer tijd hebben voor de voorbereiding van de verkiezingen en dat de ambtelijke en bestuurlijke samenvoeging meer tijd krijgt. Dit komt de zorgvuldigheid van het samenvoegingsproces ten goede. Het concept wetsvoorstel voor de samenvoeging van de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht zal ik vóór het zomerreces ter inzage leggen.

  • 2. Doelstelling van de samenvoeging van provincies is het versterken van het middenbestuur, doordat het beter samenvalt met de schaal waarop de beslissingen op de terreinen van de kerntaken van de provincie (ruimtelijke ordening, natuur- en milieubeleid, verkeer, regionaal economisch beleid) spelen. Wanneer door die samenvoeging het landsdeel in goede positie is, is het in staat om op het terrein van die kerntaken beter te acteren dan nu. Ik zal in samenspraak met de drie provincies inventariseren welke taken die nu nog bij het Rijk berusten, kunnen worden gedecentraliseerd. Daarbij zal verkend worden of deze taken bij wijze van experiment uniek kunnen worden toebedeeld aan het nieuw te vormen landsdeel.

  • 3. De nu in gang gezette samenvoeging gaat terug op meer dan tien jaar discussie, rapporten, studies en plannen over versterking van het middenbestuur in de Randstad, onder meer het initiatief van de vier Commissarissen van de Koningin van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht, en de burgemeesters van de vier grote steden (Holland Acht), de Commissie Geelhoed, en de Commissie Kok. Het is duidelijk dat een dergelijk traject, inclusief initiatieven van onderop, bij de andere provincies niet heeft plaatsgevonden. Vanuit bijvoorbeeld Friesland, Limburg en Noord-Brabant komen signalen dat men weinig animo heeft, van elders komen ook andere opvattingen. Ik zal inventariseren of er initiatieven zijn om tot de vorming van meer landsdelen te komen. Het kabinet zal de keuzes van de provincies daarbij respecteren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven