33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging en koppeling aan de ontwikkeling van de levensverwachting van de pensioenleeftijd, extra verhoging van het AOW-ouderdomspensioen en introductie van de mogelijkheid het AOW-ouderdomspensioen desgevraagd geheel of gedeeltelijk eerder of later te laten ingaan (Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW)

Nr. 25 AMENDEMENT VAN HET LID KLAVER

Ontvangen 2 februari 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel IIA wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIB. WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot vierde lid worden na het eerste lid twee leden ingevoegd, luidende:

  • 2. Premieplichtig voor de algemene ouderdomsverzekering is voorts de persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en die ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet ontvangt.

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van de persoon die naast ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet een aanvullend pensioen heeft van niet meer dan € 10 000,–. Bij het begin van het kalenderjaar wordt het bedrag genoemd in de eerste zin bij ministeriële regeling aangepast aan de ontwikkeling van het prijsniveau. Bij die ministeriële regeling kunnen met betrekking tot de tweede zin nadere regels worden gesteld.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt «artikel 10, eerste lid» vervangen door: artikel 10.

B

Artikel 10, tweede lid, vervalt alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

C

Artikel 11, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Het premiepercentage voor de algemene ouderdomsverzekering wet, dat afwijkend kan zijn voor de persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, wordt bij regeling van Onze Minister vastgesteld.

Toelichting

De stijgende levensverwachting en het lagere geboortecijfer brengen de financierbaarheid van de AOW in gevaar. Een kleinere groep mensen onder de 65 jaar moet de snel stijgende kosten van de AOW van de groeiende groep mensen boven de 65 jaar gaan dragen. De verhouding verandert van één AOW-gerechtigde op zes personen in de leeftijd van 20 tot 64 jaar in de jaren vijftig, naar één op twee in 2040. Tussen 2010 en 2040 nemen de kosten van de AOW toe met maar liefst 20 miljard euro.

Ook zijn er steeds meer rijke en vermogende mensen boven de 65 jaar. Aan de andere kant zijn er ook veel gepensioneerden die de eindjes nauwelijks aan elkaar kunnen knopen. Met dit amendement vraag ik een solidariteitsbijdrage van de huidige generatie gepensioneerden om bij te dragen aan de oplopende kosten van de AOW. Zij gaan geleidelijk AOW-premie betalen. De AOW-premie zal in 2013 worden vastgesteld op 2%, in 2014 op 4% en loopt zo geleidelijk op naar het premiepercentage dat mensen onder de 65 jaar betalen. Voor ouderen met een klein aanvullend pensioen gaat een premievrijstelling gelden. Zo worden de mensen met een klein aanvullend pensioen ontzien.

Het amendement brengt in de structurele situatie 1,6 miljard euro op en levert daarmee een aanzienlijke bijdrage aan de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

Artikelsgewijs

In het voorgestelde artikel 6, tweede lid is bepaald dat ook de persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en die AOW ontvangt premieplichtig is voor de ouderdomsverzekering. In artikel 6, derde lid, is bepaald dat de premieplicht niet geldt voor personen die alleen een AOW-uitkering hebben vermeerderd met maximaal een aanvullend pensioen van € 10 000,–. In artikel 11, eerste lid, is tot uitdrukking gebracht dat voor de pensioengerechtigde een ander premiepercentage kan worden vastgesteld dan voor de verzekerde (die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt). Bij ministeriële regeling worden deze percentages jaarlijks bepaald waarbij het premiepercentage voor de pensioengerechtigde kan toegroeien naar het percentage voor de verzekerde.

Na aanname van het amendement wordt in het opschrift van het wetsvoorstel na «de Wet werk en bijstand,» ingevoegd «de Wet financiering sociale verzekeringen,».

Klaver

Naar boven