33 041 Duurzaamheidsagenda

Nr. 11 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2015

Verantwoord omgaan met grondstoffen en zorgen dat er geen afval ontstaat, zijn belangrijk voor een transitie naar een Circulaire Economie (CE). Daarom wordt er gewerkt aan een brede aanpak voor het reduceren van het gebruik van draagtassen door consumenten en in het bijzonder aan het reduceren van het aantal plastic draagtassen.

Ik heb hierover een aantal keren met uw Kamer van gedachten gewisseld. Deze brief schetst de aanpak voor de gewenste reductie.

Deze stap past goed bij de Europese ontwikkelingen. Binnen de Europese Unie (EU) is er, zoals u weet, een akkoord bereikt voor het terugdringen van het gebruik van bepaalde plastic tassen. De lidstaten worden verplicht om maatregelen te nemen. De in deze brief geschetste brede aanpak met als onderdeel deze regelgeving sluit aan bij dit Europese doel.

Het Kamerlid Dijkstra heeft vragen gesteld over dit onderwerp. In de beantwoording op deze vragen die u parallel ontvangt, vindt u meer detailinformatie.

Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) deed onlangs onderzoek naar de milieudruk van de diverse materialen die gebruikt worden voor de draagtassen. Ik heb bij het formuleren van de brede aanpak voor draagtassen gebruik gemaakt van de gerapporteerde conclusies en bied u het eindrapport van het KIDV bij deze aan1.

Preventie eerst: minder draagtassen gebruiken

De grootste milieuwinst is te halen door minder draagtassen aan te bieden en minder draagtassen te accepteren bij de kassa. Consumenten kunnen zelf een tas meenemen bij het doen van inkopen en winkeliers kunnen terughoudend zijn bij het meegeven van tassen. Op deze manier wordt verantwoord omgegaan met grondstoffen. Dit vergt bewustzijn én inzet van alle partijen. Natuurlijk zijn er mitsen en maren. We kunnen consumenten niet verplichten zelf een tas mee te nemen en de winkelier wil service verlenen aan de klant. Om die reden is gekozen voor een brede aanpak om ook andere maatregelen te nemen en deze te ondersteunen met een communicatieaanpak.

Communicatieaanpak

Samen met de brancheorganisaties zal er gewerkt worden aan een brede communicatieaanpak. Deze communicatieaanpak is bedoeld om de bewustwording zowel vóór als achter de toonbank te vergroten. Uit de pilot van het KIDV «Mag het een tasje minder zijn?» is gebleken dat de bekendheid met het doel van een maatregel bepalend is voor de draagvlak.

De boodschap zal gericht zijn op het bereiken van een zo groot mogelijk milieudrukvermindering door in te zetten op:

  • reductie van het totale gebruik van het aantal draagtassen.

  • het zo vaak mogelijk gebruiken van een aangeschafte draagtas. De consument zal gestimuleerd worden om een draagtas zo vaak mogelijk te hergebruiken.

  • uitleg over verbod op gratis plastic tassen.

  • het op de juiste manier weggooien van de draagtas wanneer deze niet meer te hergebruiken is, zodat recycling mogelijk is.

Verbod gratis plastic draagtassen

Als onderdeel van de brede aanpak zal het gebruik van plastic draagtassen worden verminderd. Naast verantwoord omgaan met grondstoffen, is het ook van belang om afval te voorkomen. Plastic draagtassen vragen om bijzondere aandacht in deze aanpak met name vanwege de negatieve effecten op het milieu na de gebruiksfase.

Om deze redenen zullen, naast de preventieve aanpak voor alle draagtassen, gratis plastic draagtassen worden verboden. Met het verbod op gratis plastic tassen bij een toonbankinstelling wordt er geen einde gemaakt aan het in de handel brengen van plastic tassen in Nederland, het gaat alleen om het gratis weggeven ervan.

Het verbod zal per 1 januari 2016 ingaan en heeft betrekking op gratis plastic tassen bij de toonbank. In het verbod zal een uitzondering gemaakt worden voor plastic tassen die noodzakelijk zijn vanwege functionaliteit en voedselveiligheid.

De volgende overwegingen liggen aan het verbod ten grondslag:

  • 1. Plastic is een bijzonder materiaal. Het is licht, sterk en goedkoop. In het milieu zijn deze eigenschappen echter minder gunstig. Doordat plastic nauwelijks afbreekt hoopt het zich op. De plastic soep in de zee is hiervan een gevolg.

    Uit de jaarlijkse strandmonitoring door Rijkswaterstaat blijkt dat van de tien meest gevonden items op de stranden, plastic tassen op nummer drie staan.

  • 2. De plastic soep komt uit vele bronnen. Het aandeel van Nederlandse plastic tassen in de plastic soep is moeilijk te kwantificeren, maar dat hoeft het nemen van maatregelen niet te weerhouden. Ook andere bronnen moeten aangepakt worden. Dat doen we onder meer in het kader van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. Daarnaast heb ik uw Kamer toegezegd om een aantal onderzoeken te doen op het gebied van zwerfafval. Het gaat hierbij om het in kaart brengen van de hoeveelheid zwerfafval op bepaalde locaties in Nederland, best practices in beeld te brengen uit het buitenland en de hoeveelheid flesjes en blikjes in kaart te brengen op plekken in Nederland. In deze exercitie zal ik ook het aantal tassen op land in beeld laten brengen. De uitkomsten van deze onderzoeken zal ik samen met een aanpak voor zwerfafval medio dit jaar aan uw Kamer toesturen. Deze aanpak zal ook bijdragen aan het bestrijden van zwerfafval.

  • 3. Een wettelijk verbod voorkomt verder dat toonbankinstellingen vanuit concurrentie-oogpunt in de verleiding komen een plastic draagtas gratis mee te geven.

    Het is natuurlijk niet de bedoeling dat goedwillende toonbankinstellingen klanten verliezen omdat de concurrent een plastic draagtas weggeeft.

  • 4. Als een winkelier als service een gratis draagtas mee wil geven dan kan er een ander materiaal dan plastic gekozen worden. Of er kan een vergoeding voor worden gevraagd. Als mensen een plastic tas niet gratis meekrijgen en weten waarom dat is, dan zal dat bijdragen aan bewust en duurzaam gedrag.

  • 5. Uit het onderzoek van het KIDV «Mag het een tasje minder zijn?» bleek dat goede communicatie in combinatie met beprijzing bijdraagt aan significante reductie, namelijk 77%, van de uitgifte van plastic draagtassen bij het verkooppunt.

    Het onderzoek van het KIDV geeft de winkelier concrete aanknopingspunten.

    Voorbeelden hiervan zijn het minimaliseren van het aantal uitgegeven draagtassen door er geld voor te vragen, goede communicatie en stimuleren van meermalig gebruik van de draagtassen.

  • 6. Ook bij de consumenten is er steun om het gebruik van plastic draagtassen te verminderen. Voorafgaand aan het voorstel van de Europese Commissie om plastic tassen te reduceren, is er in het kader van de impact assessment een enquête gehouden onder de Europese bevolking2. Hieruit bleek dat het publiek bijzonder bezorgd is over het niet-duurzame verbruik van plastic draagtassen en veel verwacht van EU-maatregelen op dit gebied.

  • 7. Er zijn situaties waarbij plastic tasjes wel aanvaardbaar zijn. Bij het meenemen van etenswaren spelen voedselveiligheidsaspecten mee. Om die reden zullen plastic tassen die noodzakelijk zijn vanwege functionaliteit of voedselveiligheid uitgezonderd worden van het verbod. Om praktische redenen zal het verbod op gratis plastic draagtassen zich richten op de uitgifte aan de toonbank.

  • 8. De branches waarmee ik in gesprek ben, zoals de Raad Nederlandse Detailhandel, de ambulante handel, Koninklijke Horeca Nederland, de bakkers en de slagers zijn voorstander van een verbod op alle gratis plastic tassen. Deze branches willen naast een uitzondering voor plastic tassen vanwege voedselveiligheid, ook een uitzondering maken voor het meest duurzame materiaal uit de KIDV studie.

    De resultaten van deze studie laten ondermeer zien dat qua materialen (gerecycled) polypropeen (PP), polyester (PET) en jute de meest duurzame materialen zijn voor big shoppers. Voor middelgrote draagtassen zijn dit polyester (PET), (gerecycled) lagedichtheid-polyetheen (LDPE) en gerecycled papier.

    In dit onderzoek is geen rekening gehouden met de milieueffecten van zwerfafval. De reden hiervoor is dat er momenteel nog geen LCA-methodiek beschikbaar is. Vanwege het feit dat plastic zich ophoopt in het milieu en niet afbreekt, is plastic voor mij geen duurzaam alternatief.

    Om die reden zal alleen een uitzondering gemaakt worden voor de plastic tassen die nodig zijn vanwege functionaliteit en voedselveiligheid.

    Of biobased en biodegradable tassen uitgezonderd gaan worden, bekijk ik nog. Enerzijds wil ik mogelijkheden bieden voor gewenste ontwikkelingen in de richting van vergroening van de economie en het stimuleren van de omschakeling van fossiele naar hernieuwbare grondstoffen en anderzijds moet er wel sprake zijn van afbraak van het materiaal, in de open lucht en ook in de zee.

Wettelijke invulling

Het verbod op gratis plastic draagtassen zal duidelijk, uitvoerbaar en handhaafbaar moeten zijn. Het verbod wordt opgenomen in een Ministeriële Regeling. In het Besluit beheer verpakkingen 2014 is hier al een mogelijkheid voor gemaakt. In artikel 3 lid 6 is een bepaling opgenomen om bij een ministeriële regeling bepaalde ongevulde verpakkingen niet gratis te laten verstrekken aan de eindgebruiker. Ik verwacht dat de tekst van deze regeling vóór de zomer van dit jaar gereed is. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal als toezichthouder optreden. Die gebruikt het normale bestuursrechtelijke instrumentarium waarbij een dwangsom kan worden opgelegd of andere bestuursrechtelijke maatregelen. De hoogte van de dwangsom is gerelateerd aan het verkregen economisch voordeel.

Om voldoende aanlooptijd te hebben tot de inwerkingtreding van de maatregelen is het streven om het verbod per 1 januari 2016 in werking te laten treden.

Op de goede manier weggooien

Zelf meegenomen draagtassen kunnen nog steeds verkeerd weggegooid worden. Plastic tassen moeten niet een last worden omdat ze in het milieu komen.

Uit de analyses van restafval blijkt dat het overgrote deel van de plastic draagtassen nu in het restafval terecht komt. Een deel van de plastic draagtassen komt in het milieu terecht.

Zoals eerder aangegeven blijkt dit ook uit het feit dat plastic tassen in de top-10 staan van gevonden voorwerpen op stranden. Momenteel vindt in een breder kader onderzoek plaats naar zwerfafval; omvang, samenstelling en het aandeel van bijvoorbeeld plastic tassen in zwerfafval. Het zal in deze fase van het onderzoek niet mogelijk zijn om voor heel Nederland een uitspraak te doen over de samenstelling van zwerfafval en het aandeel van de plastic tassen daarin. Wel is het mogelijk om een beeld te krijgen op basis van de voor het onderzoek geselecteerde locaties in Nederland. De onderzoeksconclusies zullen worden benut om de huidige aanpak en monitoring van zwerfafval verder te verbeteren. De uitkomsten zal ik samen met de brief over de aanpak medio dit jaar aan uw Kamer aanbieden.

Vanuit een verantwoorde omgang met grondstoffen is het goed een plastic tas zo vaak mogelijk te hergebruiken. Uiteindelijk is recycling mogelijk door inzameling via afvalscheiding. Een tas is immers een verpakking en hiervoor hebben we een inzamelstructuur. De nog steeds stijgende resultaten van de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen geven het vertrouwen dat ook de plastic tassen terug kunnen komen als recyclaat.

Hier heeft de burger een rol in. Mijn ministerie levert samen met partners via het programma Duurzaam Doen bij aan het relevant, leuk en makkelijk maken van duurzame keuzes.

Materialenstudie Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV)

KIDV deed onlangs onderzoek naar de milieudruk van verschillende materialen waar draagtassen uit bestaan. De relevante uitkomsten van deze studie heb ik benut bij mijn aanpak voor de draagtassen.

Vanzelfsprekend valt de grootste winst te halen door minder tassen te gebruiken.

Een andere conclusie van de studie is dat het beter is voor het milieu om tassen vaker te gebruiken. Een tas die slechts één keer wordt gebruikt, is slecht voor het milieu. In zijn rapportage heeft het KIDV de milieuimpact van draagtassen op het zwerfafval niet meegenomen. De milieudruk via zwerfafval blijkt niet objectief vast te stellen.

De reden hiervoor is dat er momenteel nog geen LCA-methodiek beschikbaar is. In het onderzoek is wel gekeken naar de afbreekbaarheid van materialen van draagtassen.

Zoals eerder genoemd wordt nu in het kader van zwerfafval in den brede een aantal onderzoeken gedaan. Daarin wordt ernaar gestreefd in kaart te brengen wat het aandeel van de plastic tassen is in het zwerfafval.

De in deze brief beschreven brede aanpak sluit goed aan bij programma Van Afval Naar Grondstof, dat zich richt op een circulaire economie en draagt naar verwachting bij aan duurzamer gedrag van consumenten en winkeliers.

Ik vertrouw erop hiermee de Kamer voldoende geïnformeerd te hebben.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven