Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2014
Hierbij stuur ik u de resultaten van de haalbaarheidsstudie bio-afbreekbare plastic
draagtasjes1 die ik tijdens het AO Bedrijfslevenbeleid van 19 november 2013 heb toegezegd (Kamerstuk
32 637, nr. 104).
Het Europees Parlement heeft onlangs zijn standpunt vastgesteld op het voorstel van
de Europese Commissie om het verbruik van lichte plastic draagtassen te verminderen.
Uw Kamer is eerder, bij brief van 13 december 2013, geïnformeerd over het Nederlandse
standpunt aangaande genoemd voorstel.2 Het Europees Parlement pleit voor een EU-reductiedoelstelling van 80 procent ten
opzichte van 2010, vijf jaar na inwerkingtreding van de wetgeving. Tevens maakt het
Europees Parlement zich hard voor een verbod op het gratis verstrekken van plastic
draagtasjes in de supermarkt, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor lichtgewicht
tasjes dunner dan 10 micrometer. Dit is het uitgangspunt van het Europees Parlement
bij de onderhandelingen met de Raad en de Europese Commissie over de uiteindelijke
inhoud van de Europese wetgeving. De Raad zal waarschijnlijk in juni haar standpunt
voor genoemde onderhandelingen vaststellen. De onderhandelingen zullen derhalve na
de Europese verkiezingen van start gaan.
De Staatssecretaris van I&M zal kort na het zomerreces uw Kamer nader informeren over
de stappen om het verbruik van plastic tassen te reduceren,zoals aangekondigd in haar
brief van 10 april jongstleden (Kamerstuk 33 041, nr. 9).Bijgevoegde studie van Wageningen Universiteit en Research Centrum geeft een overzicht
van de technische- en economische aspecten en de implicaties van vervanging van fossiele
plastics door bio-afbreekbare plastics als materiaal voor plastic tasjes dunner dan
50 micrometer.Deze haalbaarheidsstudie toont een genuanceerd beeld van de voor- en
nadelen voor het gebruik van kunststoffen die kunnen worden gemaakt van groene grondstoffen.
Deze kennis zal ook worden ingebracht in de materiaalstudie die het Kennisinstituut
Duurzaam Verpakken momenteel uitvoert.
Het toepassen van bio-afbreekbare plastics als grondstof voor tasjes is technisch
mogelijk. Tevens blijkt uit het onderzoek dat er economische kansen zijn voor Nederlandse
en Europese bedrijven. De huidige generatie op de markt beschikbare bio-afbreekbare
plastics is composteerbaar, mits de juiste omstandigheden aanwezig zijn en biedt voordelen
bij de inzameling van gft-afval. Echter voor het zwerfvuilprobleem biedt dit materiaal
geen oplossing omdat het in de natuur langzaam wordt afgebroken en het voor vervuiling
kan zorgen bij de recycling van kunststof.
De overgang van fossiele naar biobased grondstoffen levert duurzaamheidsvoordelen
op. Er vinden nog veel innovaties plaats in de ontwikkeling van nieuwe biobased materialen.
Afspraken tussen de betrokken partijen in de kunststofketen zijn nodig om het gebruik
van bio-afbreekbare plastics waar mogelijk op een duurzame manier te kunnen toepassen.
Het kabinet werkt daarom samen met bedrijven en kennisinstellingen aan een gelijk
speelveld voor de Nederlandse bioplastics industrie.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp